Lifetime Achievement Award Patrick Vungbo
Lifetime Achievement Award Patrick Vungbo
De wereldkampioen die had kunnen zijn
Of toch minstens Europees kampioen. En eigenlijk toch ook een beetje wereldkampioen geweest. Oordeelt u zelf na het lezen van dit eerbetoon aan misschien wel de talentrijkste Belgische bokser ooit.
Wangata
Een doos met vergeelde krantenknipsels, foto's en steekkaarten. Patrick Vungbo, geboren op 16 augustus 1966 in Parijs. Zoon van een Congolese vader en een Franse moeder. Congolees en Fransman, maar vooral Brusselaar, want toen hij twee jaar oud was, verhuisde de familie naar onze hoofdstad. Zijn ouders hielden er café in de Matongéwijk. Le Wangata. Daar groeide Vungbo op. Niet blank of zwart, maar blank én zwart. Niet altijd evident, zeker niet in de jaren '70 en '80. Van deugniet, ketje, kwajongen naar angry young man, niet bepaald een koorknaap. Werkte zich vaker dan gewenst in nesten. Dat kon zo niet blijven duren. Oscar Ilunga, ex-profbokser en vriend des huizes, nam Vungbo mee naar de boksclub van Bob Lens in Anderlecht. Ook de club van Pierre Cossemyns, gewezen Europees kampioen in het haangewicht. Vungbo was meteen verkocht. Dit was wat hij altijd al had willen doen. Boksen bleek de ideale uitlaatklep en de reddingsboei voor de jonge Patrick.
Amateur
Jong, maar niet meer piepjong. Vungbo was al negentien, toen hij op 11 september 1985 in Molenbeek aan 68kg debuteerde tegen een zekere Jung van BC Dombasle uit Frankrijk. Geen tijd te verliezen dus. Vungbo stopte Jung in de eerste ronde. Het ging snel. In 1986 kampioen bij de nieuwelingen in het superwelter en het jaar daarop al bij de amateurs, maar dan in het lichtwelter. Een gevecht waar Vungbo met veel plezier aan terugdenkt. Tegenstander was de Luikenaar Rosario Salerno, een sterke jongen met een stevige stoot in beide vuisten. Ze hadden al eens eerder tegenover elkaar gestaan en toen was de kamp onbeslist geëindigd. Salerno voerde de aanval, Vungbo liet hem komen. In de derde ronde verraste hij Salerno met een rechtse direct naar het hoofd. Salerno op wankele benen, Vungbo volgde met een linkse, nog een rechtse erbij en neer ging Salerno. Hij leek niet helemaal hersteld maar mocht toch verder boksen van scheidsrechter Philippe Verbeke. Tot boksen kwam hij echter niet meer. Vungbo leidde in met links en volgde dan snoeihard met rechts. Salerno opnieuw zwaar tegen de planken. Hij geraakte nog overeind maar te laat en al te wankel om nog te mogen hervatten.
Vungbo, toen al in zijn kenmerkende stijl. Een lage dekking, rustig afwachtend, scherp zicht, moeilijk te raken, katachtig snel en precies in de tegenstoot en dat alles met een gezicht van wie doet me wat. Geen vuistvechter, maar een vuistschermer.
Zat er een jaar voor de Spelen in Seoul iets Olympisch in de Brusselaar? Deelgenomen aan de Open Franse Kampioenschappen in Saint-Nazaire, maar verloren op punten van de Fransman Daniel Samalingue. Wel gewonnen op punten van Abdel Wahhabi, toen die nog in Nederland bokste. Waarna Vungbo overstapte naar de profs. Wahhabi bleef amateur en haalde in 1992 de Spelen van Barcelona.
Prof
Patrick Vungbo maakte zijn debuut in de betaalde rangen op 1 november 1987. En wie Allerheiligen zegt, zegt Izegem. Natuurlijk nog lang niet als tête d'affiche, wel op de undercard van Jean-Marc Renard vs. John Farrell. Farrell bezeerde zijn arm en kwam niet meer uit zijn hoek voor de achtste ronde.
Een rustig debuut, zoals dat nu ongeveer iedere profbokser te beurt valt, was Vungbo niet gegund. Meteen de ring in tegen Filiep Tampere, Belgisch amateurkampioen weltergewicht in 1985 en 1986. Tampere was al bijna een jaar prof en had vier van zijn vijf kampen gewonnen. Een schermer tegen een onversaagde vechter. De schermer bleek een matador. "Een ringartiest met beslist een grote toekomst voor zich en iemand die voor een neo-prof als Filiep Tampere reeds te hoog op de pugilistieke ladder staat." De reporter van Het Brugsch Handelsblad leek even uit het oog te verliezen dat Vungbo de debutant in het verhaal was. Vungbo sloeg er Tampere uit in de derde ronde. Het begin van een langdurige band met West-Vlaanderen in het algemeen en Izegem in het bijzonder. Bijna de helft van zijn vijftig profkampen vonden daar plaats. Nooit kreeg hij er ook maar een cadeau.
De wereld was echter groter dan het westen van Vlaanderen en de Borstelstad en die moest verkend worden. België was immers op pugilistiek gebied nog slechts een kruidenierszaak, niet opgewassen tegen de buitenlandse winkelketens, en bijgevolg vooral gericht op de export van zijn boksende zonen. Op dochters was het nog enkele jaren wachten. In dat buitenland kon je dan wel op korte termijn financieel interessante zaakjes doen, maar sportieve winst was er zelden bij. Ook niet voor Patrick Vungbo bij zijn eerste buitenlandse zakenreis. In Milaan verloor hij door opgave in de vijfde ronde van Guillermo Cruz, een Mexicaan op doortocht naar net niet de wereldtop.
Er zouden nog van die al dan niet lucratieve uitstapjes volgen. Niet allemaal nederlagen, maar meestal wel. Tegen Guillermo Mosquera in Pava (LP6), tegen Daniel Biccheray in Toulon (LP8) of tegen Paul Jones in Rotterdam (LP10). Het geld dat het opbracht, is allang verdampt. De nederlagen, terecht of onterecht, zijn gebleven, zonder al te veel context opgeslagen in het elektronische geheugen van de mensheid, eeuwiger dan brons.
België had Vungbo beter moeten beschermen, maar was te klein, van omvang, middelen en geest.
Demeulenaere
Pas op, het deed zijn best, het Belgenland, hoewel Vungbo niet altijd de eerste of enige begunstigde was van de onderneming. Altijd was er ook de sluimerende, stille hoop dat de andere het halen zou. Dat bijvoorbeeld Bruggeling Freddy Demeulenaere eens zou winnen. Zes jaar lang duelleerden ze met elkaar om de hegemonie, eerst bij de welters, daarna een gewichtsklasse hoger, bij de superwelters. Hun eerste duel vond plaats op 27 februari 1988 in feestzaal De Beurs in Roeselare. Voor Vungbo was het nog maar zijn derde profkamp, Demeulenaere had al tien profpartijen meer in zijn boekje staan. Een wedstrijd over zes ronden. Het publiek zag Demeulenaere winnen, de jury had een nipte zege voor Vungbo gezien. De rematch kwam er een jaar later, op 17 maart 1989 in Izegem. Ja, er werd ook nog op andere dagen dan Allerheiligen en kerst in Izegem gebokst. Inzet: de Belgische titel in het weltergewicht. Voor beiden hun allereerste titelgevecht bij de profs. Vungbo maakte eerst het gewicht niet en diende nog af te trainen om uiteindelijk toch onder de limiet van 66,678kg te belanden. Een hardbevochten titelkamp, waarin de klasse en precisie van Vungbo het ook nu haalden van het onverdroten doorzettingsvermogen van Demeulenaere. Dat was ook de mening van enig rechter Jacques Barchon.
Twee-nul voor Vungbo. Op zich had dit kunnen volstaan, maar nog was het niet genoeg. Er was ruimte voor discussie en andere valabele kandidaten waren niet meteen voorhanden. Dus was het met kerst van hetzelfde jaar en op dezelfde plaats weer van dat. Ook bij hun derde treffen verliet Vungbo als overwinnaar de ring, duidelijker dan bij de twee vorige gelegenheden.
Nyakana
En toen kwamen buitenlanders een gooi doen naar zijn Belgische welterkroon. De eerste die het mocht proberen, was de Engelsman met Belgische licentie Marc McCreath, Brits amateurkampioen weltergewicht in 1988, ongeslagen in negen profkampen, acht daarvan gewonnen voor de limiet. Maar wat je niet raakt, niet knock-out gaat. Vungbo was intouchable, die bewuste avond van 5 oktober 1990 in het Jeugdcentrum in Waregem, en won verdiend op punten.
Volgende om het te proberen, was de Oegandese boksbelg Godfrey Nyakana. Samen met Franco Wanyama door Freddy De Kerpel naar België gebracht om de pugilistieke bloedarmoede hier te lande tegen te gaan. Bij de amateurs in 1990 Commonwealth-kampioen in het lichtgewicht. Als prof in België acht op acht. Een wurgslang met een uitstekende linkse, maar geen granieten kin. Vungbo, scherp met rechts in de counter, had dus zeker zijn kans. Het liep storm voor het gevecht dat op 27 april 1991 plaatsvond in Ardooie. De lokale sporthal barstte bijna uit haar voegen. Er kon geen man, vrouw of zelfs kind meer bij. De mannen, vrouwen en kinderen die wel in de zaal waren geraakt, zagen hoe Nyakana van bij aanvang het tempo moordend hoog legde en dat ook tien ronden lang hoog hield. Vungbo kwam er niet onderuit, ging wel de volle afstand, maar verloor afgetekend op punten.
Superwelter
Patrick Vungbo terug naar af. Kroon kwijt, maar daarom niet getreurd. Overgestapt naar het superwelter en in die gewichtsklasse op Sinterklaasdag van 1991 in Leganes nabij Madrid voor het eerst kennisgemaakt met, Javier Castillejo. De Lynx van Parla. Geblesseerd moeten opgeven in de zesde ronde. Maar het zou nog wel eens passen.
Het is bij de superwelters dat Patrick Vungbo het eerste doorslaggevend bewijs van zijn internationale klasse afleverde. Op 8 mei 1992 won hij in Waregem overtuigend op punten van de Tunesische Nederlander Mourad Louati. Vungbo was tien ronden lang gewoon te snel en te glad voor deze ongemeen harde puncher uit Den Haag. Het was die stootkracht die Louati bijna dag op dag een jaar eerder de Europese titel in het superwelter had opgeleverd. Gewonnen door technisch knock-out in de vijfde ronde van Said Skouma en dat was toch een bokser van wereldformaat.
In tegenstelling tot velen na hem ging Vungbo nooit een duel met een opkomende, regerende of tanende Belgische bokser uit de weg. In mei en juni 1993 sloot hij het boksseizoen – er waren toen nog duidelijk afgelijnde zomers - met twee titelkampen af. Eerst op 20 mei in Leest tegen Hassen Mokhtar met de vacante Belgische titel in het superwelter als inzet. Twee verdedigers tegenover elkaar, dat levert zelden een spetterend spektakel op. Mokhtar had nog maar tien profkampen op zijn actief en miste de ervaring om een meester als Vungbo het vuur aan de schenen te leggen. Vungbo nam rustig de aanval voor zijn rekening en won afgetekend op punten. Mokhtar zou nooit kampioen worden in het superwelter, wel in het middengewicht.
Nauwelijks een maand later verdedigde Vungbo zijn kroon in Zellik tegen een oude bekende: Freddy Demeulenaere. De Bruggeling kwam niet met lege handen de ring in. Hij zette namelijk zijn Benelux-titel op het spel. Maar hij keerde wel met lege handen huiswaarts. Voor de vierde keer was Vungbo hem te slim af. Overtuigender dan bij de drie vorige gelegenheden. Deze keer was er niemand die twijfelde aan de zege van Vungbo. Geen reden dus voor een vijfde confrontatie, het is dan ook bij die vier ontmoetingen gebleven. "Altijd een moeilijk te bekampen tegenstander geweest", was het oordeel van Vungbo over Demeulenaere. Kenmerkend ook voor Vungbo, na afloop nooit te bekaaid om zijn opponenten de eer te geven die hen toekwam.
Barrett
Na zijn vierde zege tegen Demeulenaere gonsde het van de geruchten over een Europees titelgevecht voor Vungbo. De Brusselaar was klaar voor een Europees titelgevecht, maar was Europa klaar voor de Brusselaar? De titel was al enige tijd stevig in handen van de Fransman Laurent Boudouani. Tot deze zich in oktober 1993 liet verrassen door zijn landgenoot Bernard Razzano en alle Europese plannen voor Vungbo in het water vielen. Had hij maar zijn kans gekregen tegen Razzano. Niet dus.
Er kwam wel iets anders uit de lucht gevallen: een gevecht om de vacante wereldtitel in het superwelter bij de World Boxing Federation op 1 november in Izegem. Niet onmiddellijk een grote bond, de WBF, verre van zelfs, maar de tegenstander, die mocht er wezen: Pat Black Flash Barrett. Gewezen Brits en Europees kampioen in het lichtwelter, challenger om de wereldtitel in het weltergewicht bij de World Boxing Organisation in het welter en auteur van 27 knock-outs uit 39 profpartijen. Over zijn hoogtepunt heen, maar nog steeds een toptegenstander. Een gevecht over twaalf ronden en rechtstreeks op de nationale televisie. Kenners en minder deskundigen waren het over een ding eens: het zou ofwel Vungbo op punten worden, ofwel Barrett voor de limiet.
Het werd Vungbo. Twaalf ronden lang liep Barrett achter de feiten en tegen de counters van Vungbo aan. Vungbo was gewoon te behendig, te flitsend en te snel. Vlot scorend met die lage linker van hem, onverwacht uitpakken met rechts, voortdurend wisselend van draairichting en als het gevaar te groot werd, klemde hij gepast af. Om horendol van te worden en dat werd Barrett ook. Frustratie. Kopstoten, slaan na de break en in de nek. Een zwak leidende Nederlandse scheidsrechter Henk Adriaansen had er zijn handen mee vol. Vungbo verloor in de vijfde ronde een punt voor een onvrijwillige slag in de nek. Met Barrett had Adriaansen meer geduld. Die werd pas bestraft voor dezelfde misdaad in ronde elf. Wat de penalties betrof, hingen de bordjes in evenwicht, maar hoe had de volledig Nederlandse jury het gevecht gescoord?
Ref Adriaansen scoorde mee – altijd een risico als de scheids ook nog puntenbriefjes moet invullen – maar had met 117-113 in het voordeel van Vungbo het gevecht toch goed gezien. Boordrechter Henk Meijers had dan weer met kleiner verschil Barrett als winnaar op zijn papiertje staan (114-116). Bleef nog over: Karel Klijnoot en die had met recht en rede Vungbo een straatje voor (119-114). Het kleinood ging naar de bokser uit Brussel.
Een gebrek aan ernst, geen trainingsbeest. Het werd hem wel eens verweten, maar om twaalf ronden uit de greep van een puncher als Barrett te blijven en hem intussen nog eens de boksles te lezen, zal hij toch meer moeten gedaan hebben dan zich warmen en wassen in de oefenzaal.
Lang heeft Vungbo zijn WBF-titel evenwel niet in zijn bezit gehad, want daar was al op kerstdag die dekselse Godfrey Nyakana weer. Niet langer bij Freddy De Kerpel, uitgevlagd naar Luxemburg, maar nog steeds met die grote motor, onophoudelijk pompend met die eindeloos lange linker. Vungbo probeerde hem wel af te stoppen, in de wind te zetten, maar er was geen tegenhouden aan. Afklemmen dan maar, maar dat liet scheidsrechter Karel Klijnoot niet toe en het kostte hem punten. Lang voor afloop een geslagen man, zat Vungbo lijdzaam de kamp uit. Applaus voor zijn overwinnaar, handen nog in de handschoenen, lang voor het resultaat officieel bekend werd gemaakt. Hetzelfde Nederlandse trio, maar in een ietwat andere rolverdeling als bij zijn kamp tegen Barrett, scoorde de kamp unaniem en met groot verschil in het voordeel van de Oegandees. Scheidsrechter Klijnoot, met 120-110, en puntenrechter Henk Meijers (120-109) gaven Vungbo geen ronde, van Henk Adriaansen kreeg hij er twee (118-111). Aan de microfoon bij Michel Wuyts (toen die nog meer dan alleen wielrennen deed) zocht Vungbo niet naar uitvluchten: "Nyakana était plus fort et il a gagné, voilà."
Europees
Groot in het verlies, het kenmerkt de echte kampioen, maar wat koop je ervoor in de bokssport? Wel, in sommige gevallen nog heel wat. In de tussentijd had Javier Castillejo zich meester gemaakt van de Europese titel in het superwelter. Bernard Razzano in eigen huis, Dijon, gestopt in de zesde ronde. Een veelbokser, Castillejo, doordrongen van het besef dat je het ijzer moet smeden en de gordel doen renderen, terwijl hij nog gloeiendheet rond je lendenen hangt. Meteen vrijwillig verdedigd tegen Santo Colombo (WTKO3) en Valentino Manca (WTKO3). In afwachting van zijn officiële titelverdediging tegen de Fransman Ludovic Proto, kon hij er Vungbo, batig gerangschikt want nummer vier op de Europese ranglijst, nog snel even tussendoor bijnemen. Als een flexibele figaro. Had hem al eens eerder gekortwiekt, waarom dan geen tweede keer?
Maar zoals dat zo vaak gaat in het leven en de sport, schuilt in de herhaling vaak het gevaar van de onderschatting. Moeilijk om meteen recht te zetten. Vraag dat maar aan de haas die de wedloop verloor van de schildpad.
Patrick Vungbo was daar, op 20 mei 1994 in Leganes, in de eerste ronde ongrijpbaar. Castillejo diende diep te gaan om hem te raken. Te diep zelfs, onder de gordel in de tweede ronde. Vungbo kreeg van scheidsrechter Ceccarini voldoende rust om op adem te komen, maar Castillejo rook zijn kans en voerde de forcing in ronde drie en vier. Vungbo pareerde, blokkeerde en klemde, als de nood het hoogst was, af. In ronde vijf trok hij zelf in de aanval, maar bij de eerste omklemming kreeg hij van ref Ceccarini meteen een openbare waarschuwing. Vungbo liet zich daar echter niet door ontmoedigen en zette door. Castillejo kon telkens naar het einde van de ronde toe een beetje van zijn opgelopen achterstand wegwerken, maar onvoldoende om alle twijfel weg te nemen. In ronde negen volgde echter een tweede strafpunt voor Vungbo wegens afklemmen en zo werd, wat al moeilijk was, schier onmogelijk. Niet dat Vungbo de handdoek in de ring gooide, verre van. Hij beet van zich af tot op het eind, zodat er puntenbriefjes aan te pas kwamen. De Italiaan Ceccarini had 116-115, de Engelsman Mickey Vann 115-113 en de Fransman Marcel Lecaude een belachelijke 119-111, allen in het voordeel van thuisbokser Javier Castillejo. Het thuispubliek was het er niet mee eens en floot de beslissing uit. Castillejo gaf achteraf ruiterlijk toe dat hij na die twaalf hard bevochten ronden absoluut niet zeker was van de overwinning. Zonder die twee publieke vermaningen …
Castillejo verdedigde vervolgens met succes zijn Europese kroon door Ludovic Proto te stoppen in de achtste ronde, maar zes maand later werd hij zelf in de negende ronde gestopt door een andere Fransman, de al eerder vermelde Laurent Boudouani.
En Vungbo werd aangeduid als zijn eerste officiële uitdager. Het was geleden van Jean-Marc Renard dat die eer nog eens een Belgisch bokser te beurt was gevallen.
Vungbo ging het best van start, die 27ste juni 1995 in het Palais Marcel Cerdan in Levallois-Perret. De eerste drie ronden gaf hij Boudouani boksles. Drie ronden, dat was en is de klassieke afstand bij de amateurs. En Boudouani, dat was toch in 1988 de winnaar van het Olympisch zilver in het weltergewicht op de Spelen van Seoul. Hij domineerde zodanig dat de commentatoren van TF1 niet genoeg konden benadrukken dat Vungbo een Fransman was. De wedstrijd kantelde echter vanaf ronde vier en in de zesde ronde buldozerde Boudouani over Vungbo heen. Vungbo ging tweemaal neer, geraakte niet meer uit de problemen en werd in bescherming genomen door scheidsrechter Roy Francis.
Zowel Boudouani als Castillejo zouden een wereldtitel in het superwelter veroveren bij de profs. Boudouani bij de WBA, na winst tegen de Argentijn Julio Cesar Vasquez door knock-out in de vijfde ronde. Hij verdedigde zijn wereldkroon vier keer met succes, onder meer tegen ringlegende Terry Norris (WTKO9). Bij zijn vijfde verdediging verloor Boudouani op punten van David Reid (LP12) en zette een definitief punt achter zijn carrière.
Castillejo van zijn kant won eerst de WBC-titel door puntenwinst tegen de Jamaicaan Keith Mullings. Hij verdedigde zijn kroon vijf keer met succes, maar diende dan zijn meerdere te erkennen in niemand minder dan Oscar De la Hoya, een van de allergrootsten van zijn tijd (LP12). Later veroverde hij ook nog de wereldtitel bij de WBA in het middengewicht. Gewonnen van Felix Sturm (WTKO10), maar de rematch verloren op punten (LP12). Ergens bekruipt ons het gevoel dat het Patrick Vungbo had kunnen zijn, maar hij was het niet.
Nog één enkele keer zette Vungbo een prestatie van Europees niveau neer. Dat was toen hij op kerstdag 1995 in Izegem Faouzi Hattab partij gaf. Hattab, nummer twee op de Europese ranglijst, Vungbo nog steeds goed voor plaats vijf. Geen geweldige partij, maar dat heb je nu eenmaal met twee verdedigers. Een match-nul was dan ook de logische, welhaast onvermijdelijke uitkomst van hun ontmoeting.
Depanneur
Wat volgde, was de neergang die ieder kampioen vroeg of laat te wachten staat. Gestopt in de derde ronde door Rus Akhmet Dottuev in het gevecht om de WBC International Title in het superwelter. De snelste nederlaag uit zijn carrière, maar winnen was ginderachter bij Dottuev thuis in Tyrnyaoez geen goed idee. Vraag dat maar eens aan Daniel Van de Wiele, scheidsrechter van die kamp. In Villeurbanne op punten verloren van Hacine Cherifi, Europees kampioen middengewicht bij zijn volgend gevecht, en in Izegem in laatste instantie ingevallen voor Godfrey Nyakana, omdat Erland Betare te zwaar woog. Een ronde de betere van Betare, maar dan geen benen meer en tot opgave gedwongen in de vierde ronde. Overigens, Erland Betare, ook een toekomstig Europees kampioen middengewicht.
Afscheid aan de Borstelstad in mineur als depanneur, daar waar zijn profcarrière negen jaar eerder zo succesvol begonnen was. En niet alleen aan Izegem. Vungbo verscheen anderhalf jaar niet in de ring. En toch moet er iets geknaagd hebben. Dit was geen afscheid dat paste bij een groot kampioen. Of het echt daarom was dat hij de handschoenen terug van de haak haalde, laten we hier in het midden. Feit is dat hij op 9 mei 1998 in de Hoogstraat in Brussel opnieuw in de ring stond tegen Marino Monteyne. Een vertrouwd tegenstander van wie hij vijf jaar tevoren al eens gewonnen had. Monteyne, een meesterlijk verdediger, verloor ook nu op punten.
Weer kampioen
De trein was terug vertrokken, maar het was geen direct, eerder een boemeltreintje. Het duurde bijna een jaar voor Vungbo weer in de ring verscheen. Op paasmaandag 1999, in een bomvol Tolhuis in Gent op de undercard van de legendarische ontmoeting tussen Freddy De Kerpel en Jean-Pierre Coopman, een openstaande rekening uit de jaren '70. Vungbo stond op scherp, vastberaden om zijn Belgische titel in het superwelter te heroveren. Titelhouder Danny Defevere kwam er niet aan te pas. Overklast van begin tot einde, maar vastberaden om de volle afstand te gaan. Die ging hij ook, de puntenbriefjes gaven pijnlijk weer hoeveel moeite hem dat had gekost (100-88, 100-88, 100-87).
Terug kampioen, maar in zijn eigen Brussel was er intussen een nieuwe held opgestaan: Lansana Bea Diallo. Diallo was zijn profcarrière begonnen als journeyman, maar had met de hulp van sponsors de kans gekregen om voor de IBF Inter-Continental Title in het middengewicht te boksen en die kans met beide handschoenen gegrepen. Gewonnen op punten van de bescheiden Fransman Pascal Mercier en daarna die titel zes jaar lang met succes verdedigd in de hoop dat er een echt wereldtitelgevecht van zou komen. IJdele hoop, zo bleek achteraf. Op de avond dat Diallo in het Zuidpaleis zijn titel op het spel zette tegen de Menominee-indiaan Jonathan Corn en makkelijk won, nam Vungbo het op tegen de Fransman Alban Girouard. Lag het aan een gebrekkige voorbereiding of was het de tand des tijds die zich liet gevoelen, feit is dat Vungbo op punten verloor van Girouard. Hij liet nog wel flitsen zien die herinnerden aan de kampioen van weleer, maar te weinig om een hard werkende Girouard acht ronden van zich af te houden. Eén rechter had het nog voor Vungbo (77-76), maar de andere twee hadden terecht Girouard als winnaar staan (76-77, 75-79).
Zodra een oude koning tekenen van zwakte vertoont, recht de kroonprins de rug. Dat was in het geval van Patrick Vungbo niet anders. In een volle Salle de la Garenne in Charleroi werd alles in gereedheid gebracht voor de troonsbestijging van Alex Polizzi. Een vaardig bokser, Polizzi, ongeslagen in elf kampen. Niet de grote puncher, maar bijzonder stijlrijk. Het pakte echter anders uit. Polizzi liet zich betoveren door de magie van de oude meester. Als gehypnotiseerd bleef Polizzi naar het raadsel staren, terwijl hij met de regelmaat van de klok een kattenpoot om de oren kreeg gedraaid en zijn eigen combinaties meestal in het ijle zag belanden. Pas in de tweede wedstrijdhelft kreeg Polizzi meer greep op de kamp, maar Vungbo had dit keer genoeg in huis om alle aanvallen tot het eind te weerstaan. De puntenrechters hadden het close gezien: een keer 96-95 voor Polizzi en twee keer 96-95 voor Vungbo. Een verdiende overwinning voor Vungbo. En wat de supporters van Polizzi in al hun teleurstelling ook naar de ring mochten slingeren, de oude koning bleef Belgisch kampioen in het superwelter. In het tumult dat volgde op de bekendmaking van het resultaat, nam Vungbo de microfoon van de ceremoniemeester over en maakte bekend dat het zijn laatste wedstrijd was geweest.
En hij hield woord. Geen herkansing voor een diep ontgoochelde Polizzi. Hij zou Vungbo trouwens nooit opvolgen als Belgisch kampioen superwelter, maar later wel nog de titel in het middengewicht veroveren.
Grootmeester
We zijn Patrick Vungbo na die avond in Charleroi nog vele malen tegengekomen in het kleine Belgische bokswereldje in allerlei hoedanigheden, maar nooit meer als bokser. Altijd op onze hoede voor die speelse tik, telkens weer de vraag onderdrukkend wanneer zijn volgende kamp zou plaatsvinden, want hij leek er altijd klaar voor te zijn om het spel te spelen dat niet kan gespeeld worden. Boksen kan je niet spelen, maar Patrick Vungbo kon dat wel. We mijmeren wel eens over wat had kunnen zijn, als de middelen voorhanden waren geweest om zijn zeldzame talent de ondersteuning te geven die het nodig had om de absolute top te bereiken. Maar we zijn vooral dankbaar voor al die keren dat we de grootmeester aan het werk zagen. Voor het licht dat hij was in de donkere jaren '90. De Belgische bokssport mag er hem dankbaar voor zijn en is dat ook. Patrick Vungbo, een Gouden Handschoen als geen ander.