Merhy & Talki

Merhy & Talki

31.01.2024 – Met een Olympisch tintje

Merhy & Talki


2024. Een Olympisch jaar, dus zal het u geenszins verwonderen dat we hier de komende maanden menig verhaal of verslag over boksen in de ban van de vijf ringen zullen brengen. Maar openen doen we met Ryad Merhy, die had u hoogstwaarschijnlijk niet meteen zien aankomen.

De Ivoriaanse Brusselaar Ryad Merhy, in tijden voor en van corona wereldkampioen bij de WBA in het cruisergewicht, als we even superkampioen Arsen Goulamirian niet meerekenen. Overgestapt naar het zwaargewicht en daar verloren op punten van de Zuid-Afrikaan Kevin Lerena in een gevecht om de zilveren titel van de WBC in het nagelnieuwe bridgergewicht (tussen 90,719 en 101,605kg). Op hem was de keuze gevallen om de slabakkende carrière van de Fransman Tony Yoka terug op de rails te krijgen. Dat was hoognodig, want Yoka, enigszins gevleid Olympisch kampioen superzwaar (+91kg) op de Spelen van Rio in 2016, had twee keer op rij en op punten de nederlaag geleden. In mei 2022 tegen de Congolees Martin Bakole en, pijnlijker nog, in maart 2023 tegen landgenoot Carlos Takam. Zelfs in Frankrijk niet meer nummer één. Dat deed zeer. Pijn die er niet zachter op werd, toen Bakole eind oktober 2023 Takam in vier ronden stopte en zo de slinkende waarde van veteraan Takam nog eens extra in de verf zette. Frankrijk kon zijn droom van een wereldkampioen in het zwaargewicht wel opbergen. Yoka dreigde voor la France te worden wat Audley Harrison, goud in het superzwaar op de Spelen van Sydney in 2000, ooit voor Engeland was geweest: een Olympische reus op lemen voeten bij de profs. Maar in tijden als de onze, waarin een mens pas verliest, als hij opgeeft, kon Yoka het er niet zo maar bij laten. Daarom nog maar eens geprobeerd en zo kwam Team Yoka uit bij Ryad Merhy. Letterlijk un petit Belge (1,81m), zeker in vergelijking met de boomlange Yoka (2,01m).

Tegen de Belgen had Yoka tot dan toe een perfect parcours afgelegd. Bij zijn derde profkamp, in december 2017, had hij Ali Baghouz in twee ronden gestopt en zeven kampen later, in maart 2021, had hij Big Jo Tambwe gedomineerd en in de twaalfde en laatste ronde tot opgave gedwongen. Inzet was toen de titel van de Europese Unie in het zwaargewicht. Twee op twee tegen Belgische opponenten en jamais deux sans trois, zoals ze in Frankrijk maar al te graag geloven.

Een kop groter, het wordt makkelijk gezegd, wanneer twee boksers bij de scheidsrechter staan voor de laatste instructies en de rituele touch gloves, maar dat was ook werkelijk het lengteverschil tussen Yoka en Merhy, toen ze daar op 9 december in het Stade Roland Garros bij scheidsrechter Ali Oubaali stonden. Het Stade Roland Garros, waar komende zomer de Olympische boksfinales zullen plaatsvinden. Yoka zag eruit als een moderne zwaargewicht: meer dan twee meter en 110,5kg zwaar. Merhy, met 104,1kg ook aan de stevige kant, deed toch eerder denken aan de tijd toen Tyson de koninginnenklasse domineerde. Lang geleden en voorbij.

Het was dat gigantische lengtevoordeel dat Yoka in de openingsronde uitspeelde. Met zijn lange linkerjab probeerde hij Merhy op afstand te houden. Hij ging echter te spaarzaam om met zijn kogels om volledig in zijn opzet te slagen. Merhy was sneller en explosiever, krachtiger ook. Hij schakelde vlot met hoeken en uppercuts tussen lichaam en hoofd. In die eerste ronde, al bij al toch een studieronde, kon men nog het kleine voordeel aan Yoka geven, maar ronde twee was duidelijk voor Merhy. De Brusselaar trok van bij de start in de aanval en Yoka vond niet meteen een antwoord op al die aanvalsdrift. Niet dat hij in moeilijkheden kwam, dat zeker nog niet. De derde ronde controleerde Yoka opnieuw met zijn linker en heel af en toe zette hij er zijn rechter bij. Merhy, van zijn kant, loerde dan weer te veel op de tegenstoot. Het gat om die counter te plaatsen, vond hij pas in de vierde ronde. Met een snoeiharde rechtse hoek naar het hoofd bezorgde hij Yoka al snel een wankel moment waar de Parijzenaar slechts moeizaam van herstelde. Hij geraakte maar niet onder de druk van Merhy uit en incasseerde veel van diens powerpunches, zonder evenwel op enig moment de indruk te geven tegen het canvas te zullen gaan.

Merhy had veel gegeven in ronde vier en diende te recupereren in ronde vijf. Dat gaf Yoka de gelegenheid om met zijn lange linker terug greep te krijgen op de kamp. Geen ijzeren greep, maar wel voldoende om ook de zesde ronde naar zich toe te tikken. Merhy probeerde wel in kracht, maar miste precisie om het tij snel te doen keren.
Yoka was blij met de gang van zaken. Hij was op weg naar een al bij al makkelijke puntenzege. De kamp kabbelde rustig als een lenterig beekje voort, de reus viel in slaap. En Merhy, die ontwaakte zowat halverwege ronde zeven. Krachtig en snel schudde hij Yoka doorheen met zijn hoeken en opstoten. Yoka kon daar weinig meer tegenover zetten dan af en toe een schuchtere jab. Merhy zette een overtuigende achtste ronde neer en bracht daarmee de score zowat in evenwicht. De slotronden zouden beslissend worden.

Merhy had veel gegeven en acteerde vermoeid, maar Yoka leek niet te beseffen dat het in ronde negen en tien moest gaan gebeuren. Misschien dat hij zich al rijk rekende, maar veel zegedrang straalde hij elk geval niet uit, terwijl de wil om te winnen er bij Merhy zowat afspatte. Door de vermoeidheid heen bleef Merhy Yoka het leven zuur maken. Genoeg om de negende ronde te winnen. Dan zou men in de tiende en laatste ronde toch een slotoffensief van Yoka verwachten, maar niets daarvan. De reus beperkte zich tot verdedigen en liet het initiatief aan Merhy. En niet alleen het initiatief, maar uiteindelijk ook de overwinning, want twee van de drie nochtans Franse juryleden hadden tot stomme verbazing van Yoka het gevecht met recht en rede in het voordeel van Ryad Merhy gescoord (96-94, 96-94). Het derde jurylid had het net andersom (94-96). Yoka wist niet waar hij het had bij de bekendmaking van de uitslag. Hoe het verder moest na drie nederlagen op rij wist hij evenmin. Maar dat was uiteraard niet de zorg van Ryad Merhy.

Bij de profs winnen van een Olympische kampioen, het is sinds boksen in 1904 in Saint Louis voor het eerst op het programma van de moderne Olympische Spelen stond, weinig Belgen gelukt. Voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog gebeurde het af en toe. Al Baker versloeg zelfs de twee Franse Olympische kampioenen van Berlijn 1936 Jean Despeaux (-75kg) en Roger Michelot (-81kg). Maar daarna was het uiterst zeldzaam, ja, tot Merhy tegen Yoka zelfs uniek.
IBO-kampioen lichtzwaar Yves Ngabu verdiende begin mei vorig jaar in Jekaterinenburg de zege tegen Evgeny Tishchenko, maar kreeg ze niet. Tishchenko haalde net als Yoka goud op de Olympische Spelen van Rio, maar dan in het zwaargewicht (-91kg).
Delfine Persoon toonde zich zowel in juni 2019 als in augustus 2020 de betere van Katie Tayor, de Olympische kampioene lichtgewicht van Londen 2012, maar werd twee keer bestolen.



Ngabu en Persoon, bijna maar net niet. De laatste keer dat het wel lukte, was op 19 oktober 1991. Een vergeten gevecht dat we hier wat graag vanonder de dikke lagen stof halen. Die bewuste zaterdagavond won pluimgewicht Jean-Michel Talki door knock-out in de tweede ronde van de Bulgaar Petar Lesov. “Een linkse hoek naar het lijf was het”, herinnert zich Michel Talki, vader en trainer van. “Achteraf hebben ze in het ziekenhuis vastgesteld dat Lesov aan die stoot enkele gekneusde ribben had overgehouden.”
Nooit van gehoord van Petar Lesov? Het is u vergeven. Het was niet zolang na de val de van Berlijnse Muur en bij uitbreiding het hele Oostblok. De eeuwige amateurs uit die landen hadden eindelijk toestemming gekregen om prof te worden en vooral de Bulgaren waren toentertijd niet altijd graag maar wel veel geziene gasten in ons land. Een van hen was dus Petar Lesov. Zijn toptijd als bokser was toen allang voorbij. Hoogtepunt was zonder discussie zijn gouden plak in het vlieggewicht op de Olympische Spelen van Moskou in 1980 geweest. Het Westen boycotte die Spelen, omdat de Russen Afghanistan waren binnengevallen. Er waren dus geen Amerikanen op het sportfeest in de hoofdstad van de Sovjet-Unie. Wat niet wil zeggen dat Lesov zijn Olympische titel gratis en voor niets kreeg bij een stuk chocola. Hij won vier keer op rij en versloeg vervolgens in de finale Viktor Miroshnichenko, toen nog een Sovjet, nu een Oekraïner, door stopzetting in de tweede ronde. Elf jaar later in Bernissart was hij nog slechts een zwaardere schim van zijn vroegere zelf. Zijn profpalmares ziet er dan ook niet uit: vijf knock-outnederlagen tegen slechts één enkele overwinning, die hem wel de Bulgaarse titel in het pluimgewicht opleverde.

We zijn Petar Lesov jaren later nog eens tegengekomen op een meeting in Gilly. Hij begeleidde er Hristo Lesov, vermoedelijk familie. Hristo verloor van Fernando Lugo, ook al door knock-out in de tweede ronde. Petar sprak geen woord Engels, maar knikte bevestigend, toen we hem vroegen of hij de Olympic champion van 1980 was. Ergens in een notaboekje hebben we tussen onze krabbels nog zijn handtekening staan. Ergens, maar waar precies …


Met dank aan Michel Talki.