Waldorf & Statler

Waldorf & Statler

18-28.04.2024 – EK Olympisch Boksen voor Mannen en Vrouwen in Belgrado, Servië

Waldorf & Statler

Het EK Olympisch boksen in Belgrado. Het eerste voor mannen én vrouwen samen. Negentien landen keerden met minstens één medaille huiswaarts, maar België was daar niet bij. Zonder eremetaal terug het vliegtuig op richting Brussel. Velen van ons hadden op enkele plakken gehoopt, sommigen hadden er zelfs luidop op gerekend. Maar het draaide anders uit. Verslag van de Belgen op een EK waarin de Oekraïners ontbraken, de Russen domineerden als tijdens de hoogdagen van de Koude Oorlog en Waldorf en Statler een hoofdrol speelden.



Bombardier terug in Belgrado

Het begon nochtans niet slecht, daar in Belgrado. Zwaargewicht Victor Schelstraete (-92kg) keerde er terug naar de stad waar hij in november 2021 onvervalste Belgische boks-, ja sportgeschiedenis schreef door als allereerste landgenoot een medaille te pakken op een WK. Brons bij de cruisers (-86kg). U herinnert zich ongetwijfeld nog de knock-out waarmee hij in de eerste ronde van het tornooi de Oezbeek Shohjahon Abdullaev uitschakelde. Een knock-out die op zich al historisch mocht genoemd worden.
Terug in dezelfde stad, maar niet in dezelfde zaal. Waar het WK toen nog plaatsvond in de grote Stark Arena, vond het EK nu onderdak in de veel kleinere Aleksandar Nikolić Hall, een zestal kilometer verderop. Voor wie het wil weten: Aleksandar Nikolić was een grote meneer in het Servisch basketbal. Voor wie het niet wil weten: nu weet u het toch.



Het zat Schelstraete niet mee bij de loting. Al op de eerste dag ring B in tegen de Ier Jack Marley. Marley, goed voor zilver op de Europese Spelen vorig jaar in Polen en zo al zeker van zijn Olympisch ticket. In geval van winst wachtte Schelstraete gewezen wereldkampioen cruiser (-86kg) Loren Alfonso, een Cubaan die al jaren voor Azerbeidzjan uitkomt en vrij was in de eerste ronde van het tornooi.
Maar eerst Marley dus. De Ier stond bekend als een aanvaller en dat deed hij ook van bij de start. Het was even zoeken voor Schelstraete om dit offensief in te dijken, maar langzaam maar zeker begon zijn lange linker te lopen. Marley toonde aanvankelijk weinig respect voor de stopstoten van de Gentenaar, maar toen daar in de slotminuut de rechtse bijkwam, moest hij toch enkele keren slikken, al wou hij natuurlijk nog lang niet toegeven dat hij water had binnengekregen.
In ronde twee liet Schelstraete het initiatief niet meer zomaar over aan Marley. Hij hield grond, eiste steeds meer het midden van de ring op en meermaals landde hij zijn duikende rechtse op de kin van Marley. Die begreep het niet meteen, maar Schelstraete herhaalde met rechts tot de Ier het wel moest begrijpen en naar zijn achteruit diende te zoeken. In de slotminuut kwam een zwaaistoot van Schelstraete in de nek van Marley terecht. Scheidsrechter Aleksandr Khamidov riep meteen "stop", Marley liet zijn dekking zakken, maar Schelstraete had nog snel een rechtse afgevuurd en die knalde vol op het hoofd van Marley aan. De stoot telde niet, maar was wel hard raak. Even knikten de knieën van de Ier uit Sallynoggin. Schelstraete ging door tot op de bel, maar miste de precisie om nog meer averij aan te richten. De tweede ronde was wel voor hem, dachten we.
Ronde drie moest de beslissing brengen. Coach Hubert Firens vuurde Schelstraete tijdens de rust nog een keer aan: "De jab maakt het verschil. Komaan hé, man! Pakken!".
Marley had ook zijn portie aanmoedigingen meegekregen en viel vol aan. Op korte afstand was de Ier de beste, maar wanneer Schelstraete zijn jab liet lopen en volgde met zijn rechter, had hij de bovenhand. Een harde ronde, bevochten tot de slotseconde en zelfs even erna, want de laatste rechtse van Schelstraete landde net na de finale gongslag. Niets dan wederzijds respect tussen de boksers. De reactie in de hoeken was tegengesteld. In de Ierse hoek leek meteen discussie te ontstaan, terwijl er aan Belgische kant tevredenheid heerste over de prestatie van Schelstraete. Logisch, want de Gentenaar leek het te hebben gehaald. Maar of dat inderdaad het geval was, moest nog blijken. Er kwam een bout review aan te pas, wat wil zeggen dat de kamp op een 3-2 geëindigd was. Over naar de observer en de evaluator, twee extra puntenrechters om de uitslag te bevestigen of alsnog om te keren. Een wat vreemd systeem dat IBA begin 2023 invoerde voor al zijn continentale of wereldkampioenschappen. Dus in de praktijk geen vijf puntenrechters, maar zeven. Waar die twee supplementaire juryleden hun hogere wijsheid en inzicht vandaan halen, is ons vooralsnog niet duidelijk, ook niet na dit EK, integendeel. Een vergelijking met de Muppet Show jaren geleden lag voor de hand. Het was wachten en nog eens wachten op het definitieve, onomkeerbare resultaat van Waldorf en Statler. En toen het na drie minuten eindelijk kwam, bleek Victor Schelstraete de verdiende winnaar met vier stemmen tegen drie. De vijf puntenrechters hadden Schelstraete het 3-2-voordeel gegeven (30-27, 30-27, 28-29, 29-28, 28-29). Bij de review koos er een van de extra's voor Marley, de andere voor Schelstraete. Alles bleef dus zoals het was.




Schelstraete door naar de achtste finales en daar wachtte hem, zoals hierboven al
aangekondigd, een topper van formaat: Loren Alfonso, de wereldkampoen cruiser van 2021, het WK waar Schelstraete België historisch brons bezorgde. Alfonso, vorig jaar nog zilver op het WK in de Oezbeekse hoofdstad Tashkent, maar verrassend genoeg net als Schelstraete nog steeds niet geplaatst voor de Olympische Spelen van Parijs. Alsof de klad er een beetje in zat bij de bronzen-medaillewinnaar van Tokio 2020/21.
Aan Schelstraete om het uit te zoeken. Geen tijd te verliezen, Schelstraete op een drafje naar de ring, gevolg door trainer Hubert Firens. Evenmin tijd voor franjes of tierlantijntjes, nooit een goed idee tegen een meesterverdediger als Alfonso. Van bij de eerste gongslag meteen in de aanval. De linker leidde in, de rechter volgde. Alfonso probeerde te counteren met rechts over links of links over rechts, maar toen dat niet het gewenste remmende resultaat opleverde, zocht hij zijn toevlucht in klemmen en vasthouden. Scheidsrechter Vilmantas Bobinas uit Litouwen waarschuwde eerst, vermaande vervolgens en bestrafte uiteindelijk Alfonso voor zoveel affectie met nog een seconde of twintig te boksen in de eerste ronde. Het zag er dus goed uit voor de Gentenaar: ronde een op zak en een strafpunt erbovenop. Althans, dat dachten wij. Bij de eerste tussenscore bleek echter dat slechts drie van de vijf juryleden Schelstraete de ronde toekenden. Het Oezbeekse jurylid en de Est hadden het verstaan, ondanks zijn passieve, negatieve optreden, de ronde aan Alfonso te geven.
Schelstraete kon dus geen gas terugnemen, hij diende ook in ronde twee er nog vol tegenaan te gaan. Wat hij ook deed. Alfonso schermde eerst af maar verloor al snel zijn mondstuk en eens zijn bitje terug in de mond, herviel hij in de fout van ronde een: vasthouden en afklemmen. Schelstraete liet zich niet zomaar omhelzen: hij beukte zich los uit iedere omklemming met keiharde uppercuts naar het lichaam. Alfonso wist dat het beter moest en deed het ook beter dan in de openingsronde. Ontwijken en terugkomen met een snelle tegenstoot, mooi, maar Schelstraete liet er zich niet door afstoppen. Hij bleef maar hameren, zodat Alfonso meer dan hem lief was ook niet zijn toevlucht tot afklemmen en vasthouden diende te zoeken. De betere ronde van Alfonso was in de ogen van drie van de vijf puntenrechts goed voor rondewinst, zodat we voor aanvang van de slotronde een wel heel bizarre tussenstand te zien kregen: twee rechters hadden Schelstraete drie punten voor (20-17), eentje hield het op één punt voorsprong (19-18), terwijl de Oezbeek en de Let Alfonso met 19-18 voor hadden. 20-17 en 18-19, dat zijn vier punten verschil op twee ronden tijd. Belachelijk.
Dus zat er voor Schelstraete niets anders op dan verder aan te vallen, dwars door alles heen. Alfonso probeerde zijn oude zelf te zijn maar was vooral oud en vermoeid. Natuurlijk lukte hij af en toe een meesterlijke tegenstoot, maar veel vaker was het de afklemming die hem beschermde tegen het aanvalsgeweld van Schelstraete. Alfonso bleef verder wel sportief. Ontroerend om zien hoe hij, in het nauw gedreven, zijn mondstuk verloor, het van de rug van Schelstraete plukte en terug in zijn mond stak. Zijn laatste wapenfeit was evenwel, en niet verwonderlijk, een armklem. Onmiddellijk na de finale gongslag sprak de lichaamstaal van beide boksers boekdelen. Alfonso voelde zich verliezer en had het liefst van al onder de ring willen kruipen; Schelstraete straalde winst uit en was klaar om gekroond te worden. Maar het is boksen, een sport waarin de jury het laatste woord heeft. Wachten op het verdict. Lang wachten. Alfonso heel even met een verlegen rechtervuistje op halve hoogte, Schelstraete sloeg het ene na het andere kruisteken. Alsof God in de jury zat. Wat niet het geval was en de Rechtvaardige Rechters maakten er al evenmin deel van uit. Schelstraete verloor na tussenkomst van Waldorf en Statler met 4-3. De vijfkoppige jury had hem met 3-2 verloren gegeven (27-29, 30-26, 27-29, 30-26 en 28-28 met voordeel vooor Alfonso). Waldorf en Statler geraakten het evenmin eens. Wie van hun twee Schelstraete als winnaar zag, Waldorf of Statler, hebben we niet kunnen achterhalen. 27-29 en 30-26, dat is zes punten verschil in de kering. Dat is aan de ene kant puntenrechters die in hun reglementenboekje staan hebben dat vasthouden en afklemmen toegelaten is, quod non, en andere rechters die gelezen hebben dat het verboden is, wat het inderdaad ook is. Alfonso wist maar al te goed wie gewonnen had. Hij stak dan maar zelf de arm van Schelstraete in de lucht. Een sportief gebaar, maar dat veranderde niets aan de uitslag.






Alfonso won vervolgens van de Israëlier Yan Zak maar verloor in de halve eindstrijd van de Armeen Narek Manasyan, die op zijn beurt het goud moest laten aan de Russische favoriet Muslim Gadzhimagomedov. En Schelstraete, die bleef achter met lege handen. Twee EK's op rij dat hem brons door de neus geboord wordt. We hopen natuurlijk van harte dat hij zich eind mei op het OKT in Bangkok plaatst voor de Olympische Spelen, maar mocht dat om gelijk welke reden niet het geval zijn, dan heeft hij op dit EK andermaal laten zien dat hij zijn Olympisch ticket wel degelijk waard was.

Titelverdediger



Pluimgewicht Vasile Usturoi van zijn kant was inmiddels al bijna een jaar in het bezit van zijn Olympisch ticket. Vorig jaar behaald op de Europese Spelen in het Poolse Nowy Targ. In Belgrado diende hij echter een andere eer te verdedigen: die van regerend Europees kampioen in het pluimgewicht. De eerste Belg in de geschiedenis zelfs om te proberen zijn Europese kroon te verdedigen. Zijn vier voorgangers waren al prof, toen het volgende EK eraan kwam en in hun tijd viel Olympisch boksen niet te combineren met een carrière in de betaalde rangen. Voor Usturoi kon dit wel. Sinds zijn halve finale op de Europese Spelen vorig jaar had hij zelfs geen enkele amateurkamp meer betwist, wel twee profkampen, die hij met sprekend gemak gewonnen had. Als derde reekshoofd was hij in Belgrado vrij in de eerste ronde. In de tweede ronde kwam hij uit tegen een oude bekende: de Ier Adam Hession, tegen wie hij twee jaar geleden op het EK in Jerevan zijn eerste partij won. Een geschiedenis die zich herhaalt, maar historici weten dat dit zelden of nooit op dezelfde manier gebeurt. Hession was in Belgrado niet vrij in de eerste ronde. Moest al meteen aan de bak tegen de Georgiër Georgi Kapanadze, een partij die hij al bij al makkelijk en unaniem won. Opgewarmd dus.
Usturoi startte uitstekend, draaide Hession meteen twee rechters om de oren. Raak, maar niet hard genoeg om een vastberaden Hession het aanvallen te ontraden. Hession bleef komen, was nadrukkelijker aanwezig dan Usturoi, die de storm liet overwaaien tot zowat een minuut voor het eind. In die slotminuut plaatste hij Hession enkele keren in de wind om hem vervolgens te counteren. Close maar alle vijf de puntenrechters gaven Hession de ronde. Usturoi wist meteen wat hem te doen stond in ronde twee. Hession behield de aanval, maar het aantal tegenstoten waar hij tegenaan liep, ging exponentieel de hoogte in. De Usturoi van 2022 was terug, rondewinst zou niet meer dan zijn verdiende loon geweest zijn, maar alleen het Tsjechische jurylid Stanislav Nechvatal betaalde uit. De vier anderen hielden het op Hession en hadden de Ier bij het ingaan van de slotronde twee punten voor. Onbegonnen werk voor Usturoi om die achterstand nog in te halen. Hij probeerde nog wel, Hession ging zelfs nog twee keer neer, niet gepakt maar uit evenwicht gebracht. Telde dus niet en er werd dan ook niet geteld. Usturoi, meester in de verdediging in de rol van aanvaller en dat ging hem niet zo goed af. Wanhoop sloop in zijn stoten. Toen hij ruim miste met een zwaaistoot, keek Hession de misser tergend na. Usturoi liet lopen, Hession won de slotronde en de kamp (29-28, 30-27, 30-27, 30-27, 30-27). Het had anders kunnen lopen, maar het was niet anders. Exit Usturoi. Een slechte generale repetitie voor de Spelen in Parijs. Maar staat die volgens acteurs die het kunnen weten, niet vaak garant voor een geslaagde première?
Voor Hession eindigde het EK in de kwartfinales. Daarin moest hij zijn meester erkennen in de Rus Eduard Savvin, de latere winnaar van het goud.

13 jaar later

Welter Oshin Derieuw (-66kg) schreef vorig jaar op de Europese Spelen Belgische sportgeschiedenis door zich als eerste vrouw in het boksen te plaatsen voor de Olympische Spelen. In Belgrado kon ze opnieuw geschiedenis schrijven door ons land, na een eerste medaille op de Europese Spelen, zilver was dat, ook een eerste EK-medaille te bezorgen. Ze had het al eens eerder geprobeerd, een eeuwigheid geleden, in Rotterdam in 2011. Toen verloor ze bij de lichtwelters van toen (-64kg) in de achtste finales op punten van de Russin Anastasia Belyakova. Belyakova, in 2014 wereldkampioene, maar de Europese titel in het lichtwelter moest ze in 2011 wel aan de Turkse Gülsüm Tatar laten. Gaat er een belletje rinkelen? Inderdaad, Gülsüm Tatar, die in februari 2019 bij de profs verloor van Oshin Derieuw. Een kabinetstukje van Derieuw was dat.
Terug naar Belgrado, voor we ons helemaal verliezen in het verleden. Slechts tien deelneemsters in het weltergewicht voor vier medailles, dus mathematisch leek het een haalbare kaart. Tot we even inzoomden op die deelneemsters en daar onder meer regerend Olympisch kampioene Busenaz Sürmeneli uit Turkije tegenkwamen. Derieuw verloor vorig jaar van Sürmeneli in de finale van de Europese Spelen. Zeker niet kansloos, maar toch beter niet tegenkomen in een te vroeg stadium van de competitie. Dat zou ook niet gebeuren, want Sürmeneli zat aan de andere kant van de tornooitabel, zodat ze elkaar alleen in de finale konden ontmoeten. Vreemd was wel dat Sürmeneli niet als eerste reekshoofd genoteerd stond. Die eer was weggelegd voor de piepjonge Russische Albina Moldazhanova, de Europese kampioene onder de 22 en net die leeftijdscategorie ontgroeid. Door die kwalificatie was ze vrij in de eerste ronde, terwijl Derieuw, 37 intussen, al meteen moest aantreden tegen de Hongaarse Luca Anna Hamori, met haar 23 lentes ook al een jonkie. Ze waren elkaar al tegengekomen in de halve finales op de Europese Spelen. Toen won Derieuw vrij vlot op punten. Zou de geschiedenis zich herhalen en op welke wijze dan wel?



Oshin Derieuw met trainer Raffaele Bergamasco naar de ring. Julio Garcia, die assisteerde, had steunend op één kruk moeite om te volgen.
Hamori nog steeds groter, dat spreekt voor zich. Minder evident: Derieuw was nog steeds de snelste. Midden van de ring, maakte de kamp en scoorde, lang direct en kort gehoekt. Pas in de tweede helft van de ronde leek Hamori te ontwaken. Niet bijster geïnspireerd ging ze in de aanval. Derieuw cirkelde, wisselde van kant en pakte haar ook vanuit de verdediging in snelheid. Voornaamste actie van Hamori: in een omklemming met haar volle gewicht doorhangen op de rug van Derieuw. Dat bleek evenwel bij het Israëlische en Servische jurylid voldoende om de ronde te winnen. Begrijpe wie begrijpe kan.
Hamori had begrepen dat ze meer moest laten zien en startte agressiever in ronde twee. Maar niet snel genoeg om Derieuw in moeilijkheden te brengen. Te beweeglijk en te snel, Derieuw. Toen ze met nog een minuut te gaan ook nog eens begon te wisselen van richting, over te stappen en te kruisen, wist Hamori niet meer waar ze het had. Buit binnen, denk je dan, maar dat bleek alleen het geval te zijn op het puntenbriefje van Zhamilia Borkoeva uit Kirgizië. Die had 20-18 staan in het voordeel van Derieuw. De Israëlier Artur Kurginian had het net omgekeerd en de drie andere juryleden hadden 19-19 staan. Niets was al beslist. Spanning bij beide boksters begin ronde drie, een hoge intensiteit, maar Derieuw was de enige die nog lijn in haar werk kreeg. Hamori viel wel aan, maar in kracht en slordig. Derieuw kon counteren, kort en snel, alvorens Hamori haar vastpakte. De Hongaarse hoek kon het werk van Derieuw blijkbaar wel smaken. Ze juichten bij iedere stoot die ze landde alsof het Hamori was geweest die uitdeelde en niet incasseerde. Finale gongslag. Coach Bergamasco balde zegezeker de linkervuist. Maar hoe zeker was die inderdaad verdiende zege? Er kwam alvast een bout review aan te pas. Afwachten toch maar. En na het bange wachten dan toch de zege voor Derieuw. Met 4 tegen 3. Even de puntenbriefjes bekeken. Bleek dat ze in eerste instantie de kamp verloren had met 3-2 (30-27, 28-29, 27-30, 28-29, 29-28). Gelukkig dacht zowel Waldorf als Statler er deze keer anders over.



Voor een keer gerechtigheid geschied, maar de volgende dag alweer aan de slag. In de kwartfinales, dus de winnares was al minstens zeker van brons. In geval van winst voor Derieuw een eerste medaille voor ons land op een EK voor vrouwen. Maar zover was het nog niet. In de weg stond jong veulen en eerste reekshoofd Albina Moldazhanova, vrij als een vogel in de eerste ronde. Een loodzware opdracht. Het lijf voelde nog stijf aan van de topper de dag ervoor, meer rust en herstel ware welkom geweest, maar dat was Derieuw niet gegund.



In de blauwe hoek dit keer. Op het scherm verscheen verkeerdelijk de naam van Luca Anna Hamori. Vooringenomenheid van de dag ervoor? Viel niet uit te sluiten, maar het was wel degelijk Derieuw die daar in ring B stond en niet de Hongaarse. Van de Tsjechische scheidsrechter Stanislav Nechvatal moest eerst het haar van Derieuw volledig in de helm worden weggemoffeld voor de kamp kon beginnen.
Rechtsvoorstaand, Moldazhanova, en er zat geen achteruit aan. Onmiddellijk op zoek naar lijf-aan-lijf om eens daar aangekomen, te beginnen hameren. Met de binnenkant van de hand, zo vond ook referee Nechvatal. En Oshin Derieuw, die hamerde mee. De betere op afstand, maar machisma en niet te beroerd om mee te knokken op korte afstand. Een close openingsronde die met drie stemmen tegen twee naar Moldazhanova ging. Had net zo goed andersom kunnen zijn, vooral wanneer je rekening houdt met het overwicht van Derieuw op afstand.
Moldazhanova ook in ronde twee meteen voluit in het offensief. Derieuw beet van zich af, trok in de tegenaanval en liep daarbij iets te vaak tegen een counter aan. Zonder verder erg, maar net die tegenstoten zorgden voor de accentuatie die maakte dat deze verder evenwichtige ronde unaniem naar de Russische ging. Na twee ronden hadden drie rechters Moldazhanova twee punten voor (20-18), zodat er al heel veel zou moeten gebeuren, wilde Derieuw nog winnen. De twee andere juryleden lieten een gelijke tussenstand optekenen (19-19). Bij hen was het nog geen uitgemaakte zaak wie zou winnen. Als Derieuw die twee in de laatste ronde zou kunnen overtuigen, kon het nog 3-2 worden en dan was het weer aan Waldorf en Statler om het definitieve oordeel te vellen.
Derieuw wist wat haar te doen stond en deed dat ook. Agressiever dan Moldazhanova, die het rustiger aan kon doen. Te rustig, want al het werk en de bijhorende treffers kwamen van Derieuw. Opvallend daarbij was dat het overgrote deel van al dat werk in lijf-aan-lijf geleverd werd. De series van Derieuw waren snel en snedig, Moldazhanova nam het wijze besluit niet mee te vechten, ook al speelde het zich af op haar favoriete terrein. Ze concentreerde zich op het beperken van de schade, met als gevolg dat alle rechters de laatste ronde met overschot van gelijk aan Derieuw gaven, de wedstrijd op 3-2 voor Moldazhanova eindigde (29-28, 29-28, 28-29, 28-29, 29-28) en het de beurt was aan Waldorf en Statler voor de bout review. Die hielden er nog even de spanning in, terwijl de supporters van Moldazhanova "Россия" scandeerden. Uiteindelijk bevestigden zowel Waldorf als Statler de score van de jury.



Geen medaille voor Derieuw, Moldazhanova door naar de halve finales, waarin ze makkelijk won van thuisbokster Milena Matovic. In de finale moest ze wel haar meerdere erkennen in Olympisch kampioene Busenaz Sürmeneli.


Debutanten

Zowel Derieuw als Schelstraete en Usturoi hadden al eerder een of meerdere EK's betwist, maar de Belgische ploeg telde ook vier debutanten op het EK.



Van die vier verbaasde middengewicht Hamza Sriri (-75kg) vriend en vooral vijand het meest. Vrij in de eerste ronde, kwam hij uit in de tweede ronde tegen Edin Avdic uit Bosnië en Herzegovina. Avdic was eveneens vrijgeloot in de eerste ronde. Beide boksers kwamen dus even fris aan de start. Avdic rolde van bij aanvang naar voor. Te traag voor de beweeglijke, scherpe Sriri, die tijd ten over had om te ontwijken en te counteren. Eens hij hoogte had gekregen van Avdic, nam Sriri de aanval over, zodat Avdic op het eind van de ronde meer binnen kreeg dan hem smaakte. De opening was overduidelijk voor Sriri en toch had er nog een jurylid kans gezien om de ronde aan Avdic te geven: de Israëlier Oleg Yahnovych.
Avdic begreep dat het beter moest en deed ook beter in ronde twee. Meteen vol in de aanval, de afstand verkleinen en dan niet meer lossen. Sriri van zijn kant liet niet zomaar over zich heen walsen en lukte menige stopstoot, maar het werkritme en het aantal gelande stoten van Avdic lag net dat ietsje hoger. Voldoende voor rondewinst bij drie van de vijf puntenrechters. De kamp kon dus nog beide kanten uit.
Avdic in ronde drie weer naar voor, maar Sriri niet naar achter. Ving Avdic meteen op en nam de aanval zelfs over. Het ging hard. Sriri was de betere. Het fijnere werk, meer precisie. Dat vond zelfs jurylid Oleg Yahnovych. Merkwaardig genoeg gaven de rechters die Sriri na twee ronden twee punten voor hadden, nu de ronde aan Avdic. Omdat het niet meer uitmaakte? Kan zijn, maar zou niet mogen zijn. In elk geval, Sriri met vier stemmen tegen een door naar de volgende ronde.



 

En die volgende ronde was al een kwartfinale, Sriri om de medailles dus. Tegen thuisbokser Almir Memic, die in zijn vorige kamp de Israëlier Jonathan Aron in de derde ronde had gestopt. Memic was niet de betere bokser, maar wel sterker. Een niet-aflatende infighter. Overrompelde Sriri een beetje bij het begin, maar tegen het einde van de ronde had Sriri zijn afstand gevonden. Te laat om nog een jurylid van gedachten te doen veranderen. Met zijn allen gaven ze de ronde aan Memic.
Sriri op achterstand. Dan kan je erin vliegen als een bok op de haverkist, maar dat deed hij, verstandig als hij is, niet. Hij liet Memic de aanval en die pakte het aanbod met beide vuisten aan. Sriri cirkelde rond hem heen en stak scherp met zijn jab. Pas in de tweede rondehelft brak Memic door de verdediging van de Brusselaar. Voor de rest hield Sriri de bovenhand. Zo dacht ook het Turkse jurylid Berna Yurtsever, maar helaas geen van haar collega's. Het moest al vreemd lopen, wilde Memic nog verliezen. Memic drong dan ook niet meer aan, zodat Sriri min of meer zijn gang kon gaan. Alleen in de slotminuut stak Memic nog even de kop op om luid aangemoedigd door het Servische publiek te showboaten tot de bel. Logisch dus dat hij op het puntenbriefje van jurylid Yurtsever ook de derde ronde verloor, maar ook nu stond ze alleen met deze zienswijze. De andere juryleden verstonden het om ook de slotronde aan Memic te geven (30-27, 28-29, 30-27, 30-27, 30-27). Memic naar de halve finales, waarin hij geklopt werd door de Rus Dzhambulat Bizhamov. Bizhamov, die in de finale op zijn beurt verloor van de Bulgaar Rami Kiwan. Kiwan, die we terug zullen zien op de Spelen in Parijs, maar dan in het superwelter (-71kg).



Idris Leganasse draait al een tijdje mee in het circuit, maar dan meestal als cruiser (-86kg). Dit keer ging hij zijn kans in de Olympische klasse van de halfzwaargewichten (-80kg). Vrij in de eerste ronde, net als Petar Marcic uit Montenegro, zijn tegenstander in de tweede ronde. Leganasse nam in de eerste ronde met veel overtuiging de rol van aanvaller op zich. Marcic beperkte zich tot verdedigen. Dat lag hem wel, maar het was toch bij drie van de vijf rechters al te passief om de ronde te kunnen winnen. Zij beloonden terecht de zin voor initiatief van Leganasse. 3-2 voor, een goede start van onze landgenoot, vol verwachting keken we uit naar het vervolg. Marcic actiever want op achterstand, Leganasse bleef zijn aanpak van de eerste ronde getrouw. Evenwichtig, tot met nog een halve minuut te gaan de Montenegrijn een rechtse zwaaistoot in de nek van Leganase landde. Leganasse even neer en scheidsrechter Aleksandr Khamidov telde. Geen bestraffing voor Marcic, zelfs niet eens een opmerking. Leganasse verloor er zijn mondstuk bij. Dat gaf hem enkele extra tellen rust, maar helemaal hersteld was hij niet. Een rechtse counter bracht hem even uit evenwicht en weer was scheidsrechter Khamidov er als de kippen bij om te tellen. Tot overmaat van ramp gaven vier van de vijf juryleden de ronde met twee punten verschil aan Marcic. Weg de voorsprong uit de eerste ronde. Alleen het Israëlische jurylid Oleg Yahnovych had de bordjes nog in evenwicht (19-19).
Leganasse gaf alles in de slotronde, Marcic verdedigde zijn voorsprong en kwam op geen enkel ogenblik echt in de problemen. Knock-down en knock-out bleven uit, zelfs de inspanning van Leganasse werd door geen van de vijf juryleden beloond. Gevolg: een afgetekende zege voor Marcic (30-26, 30-26, 29-27, 29-27, 29-28). In de volgende ronde werd Marcic uitgeschakeld door de Fransman César Yojerlin. Het goud ging uiteindelijk naar de Kroaat Gabrijel Veocic.




Leganase in het halfzwaar, dus was er plaats voor Yannik Zeutsop, bij de cruisers (-86kg). Belgisch kampioen, Zeutsop, maar geen internationale ervaring. In de eerste ronde diende hij het op te nemen tegen Andrei Chiriacov uit Moldavië. Zeutsop zette een keurige opener neer. Druk op de tegenstander, maar Chiriacov was sneller en handiger in de tegenstoot. Niets verloren na ronde een, want slechts 3-2 achter.
Ronde twee kende een vrij gelijkaardig verloop. Zeutsop in de aanval, iets te rustig, zonder veel af te snijden. Te veel bewegingsvrijheid voor Chiriacov, die op het eind uitpakte met een geslaagd tegenoffensief. Ook nu scoorden de rechters de ronde met 3-2 in het voordeel van Chiriacov en wel zo dat het voor twee van hen al een uitgemaakte zaak was (20-18), maar drie 19-19 op hun puntenbriefje staan hadden. Het kon dus nog voor Zeutsop. Nog was alles niet verloren. Dat was het wel toen Chiriacov tweemaal kort na elkaar uitpakte met een rechtse direct, linkse hoek. Zeutsop niet in de problemen, maar wel geteld door de Hongaarse referee Sandor Babai. Zeutsop probeerde nog wel, maar de behendige Chiriacov liet zich niet meer verrassen. Alle rechters zagen Chiriacov terecht de ronde winnen en bijgevolg ook de kamp (29-28, 29-28, 29-28, 30-27, 30-27). Chiriacov ging er in de volgende ronde uit tegen de Serviër Veljko Raznatovic. Het goud ging uiteindelijk naar de Rus Sharabutdin Ataev.

"En Jonathan Oniemba (-71kg)?", vraagt u zich terecht luidop af. Wel, die kende nog maar eens tegenslag. Neus gebroken in volle voorbereiding op het EK en forfait moeten geven voor zijn kamp in de eerste ronde tegen de Hongaar Ladislav Horvath. Geen OKT, geen EK voor onze Belgische kampioen superwelter. De titel van pechvogel van het seizoen, die pakken ze hem niet meer af. Niet dat iemand hem die kroon benijdt.