Van Bangkok naar Parijs

Van Bangkok naar Parijs

24.05 – 02.06.2024 - 2de Wereldkwalificatietornooi in Bangkok, Thailand

Van Bangkok naar Parijs

Helemaal naar de andere kant van de wereld moest het Belgische drietal gaan om zich alsnog te plaatsen voor de Olympische Spelen in Parijs. Hoe Noa Hadjit, Mohamed Rachem en Victor Schelstraete het ervan afbrachten, leest u hieronder.

Voor Belgische boksers kwam de eerste kans om zich te plaatsen voor deelname aan de Olympische Spelen in Parijs er op de Europese Spelen in het Poolse Nowy Targ. Een kans die met beide handschoenen werd gegrepen door pluimgewicht Vasile Usturoi (-57kg) bij de mannen en welter Oshin Derieuw (-66kg) bij de vrouwen. Op het eerste Olympische wereldkwalificatietornooi begin maart, in het Italiaanse Busto Arsizio, kon geen van de drie Belgische boksers in competitie een Olympisch ticket bemachtigen. Bleef nog één enkele kans over: het tweede Olympische wereldkwalificatietornooi in het Indoor Stadium Huamark in Bangkok. Ons drietal was daar vanzelfsprekend niet alleen: maar liefst 578 boksers, mannen en vrouwen uit 132 landen en een vluchtelingenteam streden er met al wat ze in huis hadden voor de 51 resterende Olympische plaatsjes.
Dan zou je van zo'n tornooi van Olympisch belang verwachten dat het door de media van start tot en met de finales zou gecoverd worden, maar dat was net zo min als in Busto Arsizio het geval. Pas vanaf de kwartfinales was er een livestream voorhanden. Voor al wat vooraf ging, waren we afhankelijk van voor ons gelukkig talrijke verslaggevers ter plaatse.

Hadjit en Rachem

De eerste van wie ze hun tribunebeelden doorstuurden – stabieler dan die van het eerste OKT – was halfzwaar Noa Hadjit (-80kg). Hadjit, met zijn 19 veruit de jongste van de drie Belgen, diende het in zijn eerste kamp op te nemen tegen Charles Cox uit Barbados. Elf jaar ouder, kwartfinalist op de Panamerikaanse Spelen in 2023, maar verder hingen er geen lauwerkransen aan zijn palmares. Cox wist zich in de openingsronde geen raad met de snelheid van southpaw Hadjit. De linkse van onze landgenoot uit Colfontaine sneed door de verdediging van Cox als een mes door de boter. Het beste wat Cox kon verzinnen, was de druk opvoeren, maar dat resulteerde enkel en alleen in nog meer voltreffers van Hadjit. Hadjit na ronde een voor bij alle rechters.
Ook in de tweede ronde diende Cox het antwoord op Hadjit schuldig te blijven. Hadjit raakte hard en precies. Links-rechts-links direct en nog eens. Cox slikte ze allemaal maar liet er zich niet door afstoppen. Traag maar gestaag zette hij zijn voortgang verder. Op het einde van de ronde nam Hadjit zelf het heft in handen. Flitsend. Rechts-links direct, gevolgd door een rechtse uppercut. Stoot voor stoot raak.
Hadjit na twee ronden twee punten voor bij alle rechters. De deur dicht houden en de buit was binnen. Ook Cox wist wat hem te doen stond: vol aanvallen. Misschien leverde het nog wat op. Hadjit liet zich natuurlijk niet zo maar te grazen nemen. Keer op keer draaide hij machtig mooi uit lijn en zo nu en dan plantte hij zijn voeten in een poging om Cox in zijn opmars te stuiten. Dat lukte niet, Cox bleef komen en wat niemand nog verwacht had, gebeurde in de slotseconden van de wedstrijd. Hadjit draaide weg en zwaar tegen een rechtse van Cox aan. Hadjit neer, wel snel recht maar met nog lood in de benen en rubber in de knieën. De Zuid-Koreaanse scheidsrechter Ma Jong-hyo telde en toen hij het gevecht weer vrijgaf, ging de bel. Had deze knock-down zich iets eerder voorgedaan, dan was de kans op overleven voor Hadjit klein geweest. Nu won hij unaniem op punten (29-28, 30-27, 30-27, 29-28, 29-28), maar hij was wel geraakt aan de neus. Misschien zelfs gebroken. Een valse noot helemaal op het eind.

Tweede man in actie was Mohamed Rachem, in het lichtmidden (-71kg). Met zeventig ingeschrevenen een bijzonder druk bezette gewichtsklasse. Er waren dus al boksers die voor de 1/64ste finales de ring in moesten. Daar was Rachem gelukkig niet bij. Wel net als alle anderen aan de beurt in de volgende ronde van het tornooi. Tegenstander daar was Shaquon Croes uit Aruba. Een man van bescheiden middelen en mogelijkheden. Kansloos tegen een ervaren veteraan als Rachem. De Brusselaar zette Croes van bij aanvang onder druk om dan toe te slaan, zodra Croes even zijn tentzeil opende. Een spel van kat en muis. En wat spelen is voor de kat, is sterven voor de muis. Overduidelijk overwicht, dat zich al na afloop van ronde een vertaalde in een vijf op vijf voor Rachem, bij twee rechters zelfs met twee punten voorsprong. "Aanvallen dan maar", moet Croes gedacht hebben en hij voegde de daad bij het gedacht. Dat bekwam hem bijzonder slecht, want net door voor het offensief te kiezen speelde hij nog meer in de kaart van Rachem, een grootmeester in de zelfverdediging. Croes terug het defensief in. De benen genomen, wegdansen, tegen de grens van het weglopen aan, in een ijdele poging om de schade te beperken. Aan winnen dacht hij niet meer. Rachem demonstreerde en een staande acht voor Croes was zeker op zijn plaats geweest, maar scheidsrechter Muhammad Arisa Putra Pohan uit Indonesië kon tegen een stootje en hield de vingers op zak. Rachem bij alle rechters een straat van twee tot zelfs vier punten voor. Croes had een mirakel – lees een knock-out of stopzetting – nodig om dit nog te redden. En hij redde het niet. Rachem kon moeiteloos zijn exhibitie voortzetten, nu eens linksvoor, dan weer rechtsvoor, de beste Belgische switch hitter ooit. Stak wat meer poer in zijn demo, zodat het verschil nog groter werd. De bel kwam als een bevrijding voor Croes en bracht de bekroning voor Rachem in de vorm van een afgetekende unanieme puntenzege (30-27, 30-25, 30-24, 30-25, 30-26).

Rachem door naar de volgende ronde, maar eerst was het weer de beurt aan halfzwaar Noa Hadjit. Van die wedstrijd geen beeld, zelfs geen tribunebeeld, maar de cijfers spreken voor zich. Verloren op punten van Hussein Iashaish, een southpaw uit Jordanië (30-26, 30-26, 29-27, 30-25, 20-26). Misschien zit in die cijfers wel de verklaring voor het achterwege blijven van de beelden. Naar het schijnt twee keer geteld en nog een publieke vermaning voor afklemmen erbovenop. Geen schande natuurlijk, tegen een Olympiër van Rio en Tokio die er ook in Parijs bij zal zijn, want in de box-offs gewonnen van de Armeen Rafayel Hovhannisyan. Geen Parijs voor Hadjit, maar hij is nog jong en hoeft zijn Olympische droom nog lang niet op te bergen.

Die kaarten lagen voor de 33-jarige Mohamed Rachem wel enigszins anders. Bangkok was met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid het tornooi van zijn laatste Olympische kans. Volgende obstakel tussen droom en werkelijkheid was de 25-jarige Ghanees Henry Malm. Malm had in de vorige ronde gewonnen van Mohammed Bilrrashid, een Libiër zonder adelbrieven. Voor Malm zijn voornaamste wapenfeit tot dan toe.
Ook hier sputterde het camerawerk van onze verslaggevers ter plaatse. Geen beeld van de eerste ronde. Die ging op de puntenbriefjes van de jury unaniem naar Rachem. We pikken in in ronde twee. Een ronde achter bij alle rechters, begrijpelijk dus dat we Malm bij aanvang vol in de aanval zagen. Overhaast en met een gebrek aan finesse, zoals men dat kan verwachten bij nieuwkomers op wereldniveau. Rachem liet de storm overwaaien. Ging mee in het lijf-aan-lijf en toonde daarin meer nauwkeurigheid. Bovendien trok hij zich regelmatig terug uit het gevecht van kortbij om dan van op lange afstand zijn gave techniek nog beter tot zijn recht te laten komen. De juiste aanpak, zo bleek andermaal bij alle juryleden. Rachem dus twee punten voor bij iedere rechter bij het ingaan van de laatste ronde. Uitboksen kon volstaan. Dat deed Rachem, maar oordeelkundig. Hij liet Malm de aanval en counterde bij iedere gelegenheid, nu eens linksvoor, dan weer rechtsvoor. Malm kreeg geen greep op Rachem. Moeilijk te lezen, onze landgenoot, al zeker voor een nieuwkomer als Malm. Dat het gevecht naar het einde toe verwaterde, speelde alleen maar in het voordeel van Rachem. Dat twee rechters onbegrijpelijk de slotronde aan Malm gaven, kon Rachem evenmin deren. Hij won unaniem op punten (30-27, 30-27, 29-28, 29-28, 30-27) en ging door naar de derde ronde.

Daar wachtte hem een hoge horde om nemen in de persoon van de Cubaan Jorge Cuéllar. Geen naam als een klok zoals vele van zijn landgenoten voor hem, maar dat hij Cubaan was, zei al meer dan genoeg. Cuéllar had de tegenslag gehad al in de voorronde te moeten aantreden. Daarin won hij unaniem op punten van de Oegandees Muzamiru Kakande. Maar daarna had hij het geluk aan zijn kant, toen zijn twee volgende tegenstanders, de Duitser Freddy Kiwitt en de Congolees Steve Kulenguluka, forfait gaven. Hij kwam dus na vijf dagen al dan niet platte rust fris in de ring tegen Rachem, die zelf al twee wedstrijden in de vuisten had en nog maar de dag ervoor met Malm tussen de touwen had gestaan. Cuéllar beschikte over nog een ander voordeel: een veel grotere reach dan Rachem. Rachem wist die, handig als hij was, grotendeels te neutraliseren. Slippen, blokken, afweren, duiken en weer doorgaan, want dat deed Rachem. Zelfs soms meer dan nodig was. Meester in de verdediging, knap in de counter, maar te veel in de aanval. Lang niet slecht, wel een beetje te routineus, het hoofd soms wat te laag en monotoon. Dat gaf Cuéllar de gelegenheid om te accentueren met zijn lange linker. In elk geval een knappe opener van Rachem, maar geen rechter die hem het voordeel gaf. Alle vijf kozen ze de kant van de Cubaan. De bonus van het bokseiland waarschijnlijk.
Rachem meteen op achtervolgen aangewezen. Aanvallen dan maar, niet zijn forte. Cuéllar trok een muur van lange stopstoten op, dansend en pokend. Rachem in een rol die niet de zijne was. Hij probeerde wel te boksen als een infighter, maar hij was er geen en dan val je al snel uit je rol. Dit was een ronde voor Cuéllar en net nu was er eentje die ze aan Rachem gaf: de neutrale Rus Sergei Krutasov. Had een ronde eerder gemogen.
Na twee ronden twee punten achter bij vier van de vijf rechters. Het kalf was zo goed als verdronken voor Rachem. Kon hij het nog redden in de slotronde? Rachem, geen aanvaller pur sang, wel een schitterend technicus. Hij dicteerde, leidde de dans, maar kon de druk niet hoog genoeg houden om Cuéllar in moeilijkheden te brengen. Deze keer was het het Argentijnse jurylid Roberto Servide die Rachem terecht de ronde gaf. De rest hield het op Cuéllar. Cuéllar winnaar op punten (29-28, 30-27, 29-28, 30-27, 30-27) en door naar de kwartfinales. Daarin verloor hij unaniem op punten van de Pool Damian Durkacz. Maar nog was de Olympische droom van Cuéllar niet helemaal vervlogen. Er waren in het lichtmiddengewicht immers vijf Olympische tickets beschikbaar. Dus mochten de verliezende kwartfinalisten onder elkaar uitmaken wie het vijfde en laatste ticket kreeg. Dat ticket ging naar linkerd Aidan Walsh. De Ier schakelde, onvoorspelbaar als hij was, eerst Cuèllar uit en vervolgens haalde hij het van de Puerto Ricaan Angel Llanos. Geen Spelen dus voor Cuéllar, maar hij is nog maar 26 en kan het over vier jaar nog eens proberen. Voor Rachem heeft het er alles van weg dat zijn Olympische droom voorgoed voorbij is. Allicht te oud om er in Los Angeles nog bij te zijn. Te veel jonge wolven, ook in eigen land. Denken we maar aan Jonathan Oniemba, die nu al zijn Olympische kans verdiend had. Maar danken we in de eerste plaats Mohamed Rachem voor al het moois dat hij de voorbije twee olympiades in de ring liet zien.

Schelstraete

Hadjit en Rachem eruit, terwijl voor Victor Schelstraete (-92kg) de competitie nog moest beginnen. In tegenstelling tot het EK in Belgrado, waar hij meteen aan de bak moest, was nu het lange wachten zijn deel geweest. Pas op 30 mei begon voor hem de competitie, een goede twintig dagen nadat hij België verlaten had voor eerst een stage in Thailand en daarna het OKT. Zenuwslopend, al zeker in een drukke, broeierige stad als Bangkok. Voordeel voor het thuisfront was dan weer dat al zijn kampen op de livestream van het IOC zouden te volgen zijn.

Zijn loting leek makkelijker dan ze was. Vrij in de eerste ronde, dat is altijd een bonus, en zijn eerste tegenstander, Odai Al Hindawi uit Jordanië, leek een haalbare kaart, maar over die kamp hing al de dreigende slagschaduw van de Armeen Narek Manasyan, in geval van winst naar alle waarschijnlijkheid de opponent van Schelstraete in de volgende ronde. Manasyan, een maand eerder nog vice-Europees kampioen in Belgrado en vorig jaar brons op het WK in Tashkent. En, in verplichte afwezigheid van de Rus Muslim Gadzhimagomedov, de sterkste Europeaan van het moment. De dreiging van Manasyan hield het gevaar in dat er al een gevecht te ver gekeken werd, want eerst was wel degelijk Al Hindawi aan de beurt. Een southpaw die er in 2021 bij was op de Spelen in Tokio, maar dan in het halfzwaar. Verloor daar in de Kokugikan Arena in de eerste ronde van de Kroaat Luka Plantic, maar dus wel een Olympiër en dat ben je voor het leven. Al Hindawi liet op het eerste OKT in Busto Arsisio toch twee overwinningen optekenen alvorens hij op punten verloor van de Cubaanse Spanjaard Emmanuel Reyes Pla. In Bangkok diende Al Hindawi al aan te treden in de eerste ronde en won daarin makkelijk van de bescheiden Yakita Aska uit Antigua en Barbuda.
Rechtsvoorstaand, Al Hindawi, zoals het hoort in de Jordaanse boksschool, dus was de lange rechtse van Schelstraete het uitgelezen wapen om zijn tegenstander mee te bekampen. Die kwam er af en toe door in de opener, maar het was Al Hindawi die de aanval voerde. Al bij al een gelijkopgaande ronde. Het waren wel de duidelijke treffers van Schelstraete die vier van de vijf rechters wisten te overtuigen. Het korte, gehoekte werk van Al Hindawi kreeg enkel bij het Amerikaanse jurylid Mark Calo-oy de voorkeur.
Al Hindawi moest dus wel zijn aanval verder zetten in ronde twee, maar de uitvoering was slordig en miste precisie. Ook al omdat Schelstraete hem niet liet begaan en al snel stoorde. Veel klemwerk, Al Hindawi gevaarlijk ook met zijn kale knikker. In de laatste minuut probeerde hij de zaak te forceren, maar liep daarbij vaker dan hem lief was tegen harde Gentse counters aan. In de slotseconden lukte Schelstraete ook nog een zuivere, harde rechtse naar het lijf. Genoeg om ook nu vier van de vijf rechters voor hem te doen kiezen, zelfs de Amerikaan, maar nu was het Emerson Pastor Arreaga uit Guatemala die de andere kant uitging. Maakte weinig uit, na twee ronden stond Schelstraete er uitstekend voor met een voorsprong van twee punten bij drie juryleden (20-17) en twee gelijke scores (19-19).
Al Hindawi ging wonderen moeten verrichten om dit nog recht te zetten. Maar voor wonderen heb je geloof en een gave techniek nodig. Al Hindawi probeerde wel, maar het heilige vuur ontbrak en het oogde allemaal slordig en onaf. Schelstraete, van zijn kant, gebruikte zijn benen om weg te dansen uit de gevarenzone, maar tegelijkertijd zorgde hij ervoor dat wegdansen nooit weglopen of vluchten werd. Regelmatig in de tegenaanval, hard in de tegenstoot, geen seconde gaf hij Al Hindawi een vrijgeleide om over hem heen te walsen. En uiteindelijk had de Jordaniër geen idee meer hoe hij Schelstraete moest klem rijden en liet hij de kamp lopen. Geen mooie, maar wel een duidelijke overwinning voor Schelstraete, vier tegen een (30-27, 30-27, 30-27, 29-28, 28-29). Alleen Emerson Pastor Arreaga had in Al Hindawi de betere gezien.

Een dag later wachtte Schelstraete zoals verwacht, misschien hier en daar wel gevreesd, Narek Manasyan, de Tank uit Yerevan. Vrij in de eerste ronde, moeiteloos voorbij de Macedoniër Boban Ilioski in de tweede ronde. Geen slecht bokser, die Ilioski, maar gewoon niet opgewassen tegen de vuurkracht van Manasyan. Wachtte Schelstraete een zelfde lot of zou hij in tegenstelling tot Ilioski wel beschikken over de anti-tankwapens en de strategie om Manasyan te verslaan?
Op weg naar de ring was al te zien dat Schelstraete de grootste was, maar Manasyan leek dan weer tot een andere, zwaardere gewichtsklasse te behoren. Vanaf de openingsbel rolde Manasyan voorwaarts met de zelfzekerheid van de tank die hij was. Maar Schelstraete was vastbesloten om niet zomaar terrein prijs te geven en streed oordeelkundig om iedere vierkante centimeter canvaswinst. Op de benen, storend met die lange linkse van hem, om dan even de voeten te planten en binnendoor te volgen met uppercuts en hoeken. Manasyan schakelde naar een hogere versnelling om de afstand tussen hem en Schelstraete te verkleinen. Dat lukte hem ook, maar hij diende er wel enkele rechtse voltreffers voor te incasseren. In lijf-aan-lijf was de Armeen meester, Schelstraete probeerde af te klemmen om de schade zoveel mogelijk te beperken. Liet Manasyan wat ruimte, dan vulde Schelstraete die telkens meteen met zwaar afweergeschut. Niet dat Manasyan geweldig onder de indruk was, maar raak is raak en dat had Schelstraete in de eerste ronde meer gedaan dan Manasyan. Toch gaven drie van de vijf rechters de openingsronde aan Manasyan.
Nog niets verloren natuurlijk en Schelstraete startte net als in de eerste ronde met snelle linkerjabs, gevolgd door uppercuts en hoeken. Manasyan ging over de linker met harde rechters en dook vervolgens naar het lijf. Maar Schelstraete speelde het spel handiger. Afklemmen en na de break zo snel mogelijk die jab laten lopen. Knap ook hoe hij zijn rechtse uppercut door de verdediging van Manasyan draaide. Vreemd wel dat Manasyan vooral probeerde Schelstraete onder de voet te lopen, maar zijn aanval weinig of niet voorbereidde. In de slotminuut drong hij dan toch door de verdediging van Schelstraete om binnen de vestingwallen van de Gentenaar hard toe te slaan met opstoten. Te weinig voor rondewinst, want te veel geraakt door de zuiverdere treffers van Schelstraete, vooral dan in het begin van de ronde. Maar dat dachten we na de eerste ronde ook. Even verwarring op het scherm, toen daar de per vergissing nog eens de scores van de eerste ronde werden weergegeven. In werkelijkheid echter had Schelstraete bij vier van de vijf rechters de ronde op zijn conto geschreven, zodat na twee ronden twee rechters hem twee punten voor (20-18) en twee andere een gelijke stand hadden staan (19-19). Eén rechter, Mansur Muhiddinov uit Tadzjikistan, had beide ronden aan Manasyan gegeven (18-20). Kennelijk een groot liefhebber van infighting. Slaagde Schelstraete er in de slotronde in een van de twee nog onbesliste puntenrechters aan zijn kant te krijgen, dan ging hij door naar de kwartfinales, het stadium van de competitie waarin beslist werd over al dan niet naar de Spelen in Parijs.
Ronde drie. Schelstraete nog steeds dansend op de tippen van zijn tenen. Manasyan meteen door de verdediging, ploegend in het lijf. Schelstraete op zoek naar afstand tussen hen beiden om zijn linker en nog zijn hardere rechter te kunnen landen. Dat lukte niet meteen, dus afklemmen maar. Nog twee minuten te gaan. Break. Manasyan komt in, Schelstraete slaat toe, een harde rechtse, nog een en een linkse hoek erachteraan. Weer een break. Bij de hervatting gooide Schelstraete er een rechtse uppercut in. Waarna scheidsrechter Muhammad Arisa Putra Pohan, hij weer, het gevecht even onderbrak om een wondje onder het rechteroog van Manasyan te inspecteren. Welgekomen extra zuurstof voor Schelstraete en na de hervatting ook meer speelruimte om zijn langere stoten te landen. Niet dat Manasyan een makkelijk doelwit geworden was, maar er was plek om hard toe te slaan en Schelstraete benutte dit ten volle. Hij was heer en meester in de slotminuut. Duwde Manasyan autoritair van zich af en de Armeen kwam niet meer terug. Schelstraete moest hem nu zelf gaan zoeken en vond hem ook met een harde uppercut naar het lijf. Nog een keer laadde Manasyan zich op, maar Schelstraete had de benen en het zicht om handig van hem weg te draaien. En toen Manasyan bleef aandringen, moest hij weer incasseren. Schelstraete had hem in zijn greep. In en uit met een harde reeks opstoten en een hoek tot besluit. Hij kon al vieren, de Gentenaar, en deed dat ook, kort voor de bel. Schelstraete als Victor naar zijn hoek, Manasyan een geslagen man. Maar in boksen is niets zeker voor de jury zijn oordeel geveld heeft, dus toch nog even afwachten. En kijk, alle vijf hadden ze Schelstraete de slotronde zien winnen. Schelstraete winnaar op punten, vier tegen een (30-27, 29-28, 30-27, 29-28, 28-29) en door naar de allesbeslissende, carrièrebepalende kwartfinale.

Twee dagen later, tegen Soheb Bouafia, op de laatste dag van het OKT. De Fransman uit Roubaix was op dreef. Een drie op drie laten optekenen, want achtereenvolgens de Zuid-Koreaan Ha Neul-jung, de Oekraïner Serhii Horskov en de in Duitsland verblijvende Afghaan Silab Noori uitgeschakeld. Wel een moeilijke laatste ronde gekend tegen Noori. Twee ronden voor bij alle rechters en het dan toch net iets te veel laten lopen.
Schelstraete en Bouafia waren niet helemaal onbekenden voor elkaar. Ooit wel eens gespard met elkaar, maar te lang geleden om daar nog conclusies uit te kunnen trekken. Bouafia had een wedstrijd meer in de knuisten, Schelstraete was dus op papier de meest frisse van de twee.
De openingsgong was nog niet uitgegalmd of Schelstraete gooide al een rechtse zwaaistoot naar zijn tegenstander. Binnenkant handschoen, scheidsrechter Atarbayar Byambabayar uit Mongolië diende al meteen tussenbeide te komen. Waarna de kamp al in zijn plooi viel: Bouafia in de aanval, tuk op een gevecht in lijf-aan-lijf; Schelstraete op de benen, pokend met die lange linkse van hem. En dat alles aan een waanzinnig tempo. Bouafia maakte de fout aan te vallen zonder te stoten, wat Schelstraete de gelegenheid gaf om ongehinderd zijn eigen stopstoten te lanceren. Dat deed hij vanuit alle hoeken, behendig wisselend van richting. Bouafia wilde koste wat het kost naar het lijf van Schelstraete en, neem het van ons aan, het kostte hem meer dan enkele stuivers. Geraakte hij dan toch door de slagenregen, dan klemde Schelstraete af, zodat de Fransman nooit ten volle gebruik kon maken van het lijf-aan-lijf-gevecht. Naar het einde van de eerste ronde een korte onderbreking in de vijandelijkheden, toen het shirt van Bouafia van scheidsrechter Byambabayar terug in de broek moest. Nog even hervatten, Bouafia haalde twee keer laag uit, Schelstraete had er geen last van en kon zijn tegenstander verder op afstand houden.
Bouafia even het handje omhoog na de gong om aan te geven dat hij de ronde gewonnen had, maar zo had geen enkel jurylid het gezien. Alle vijf gaven ze terecht Schelstraete de voorkeur. Een ronde die met veel energie was gaan lopen. Zou Schelstraete in staat zijn om ook in de tweede ronde tegen dit moordende tempo Bouafia op afstand te houden? Of zou hij moeten toestaan dat de Fransman hem mee de loopgraven insleurde om zich daar dan de meerdere te tonen in lijf-aan-lijf?
Begin ronde twee was de brandstoftank van Schelstraete in elk geval nog niet leeg. Ook al dreef Bouafia zijn tempo nog de lucht in, Schelstraete had nog steeds voldoende over om Bouafia op afstand te houden, dansend en stekend met zijn linker en, indien mogelijk, zijn rechter. Naarmate de ronde vorderde, verloren de acties van Bouafia hun lijn. Ze werden wilder en wilder. De stopstoten van Schelstraete bleven komen en de frustratie bij Bouafia groeide. In de slotminuut dan toch een rake rechtse uppercut van Bouafia naar het lijf. Onder of boven de gordel, een randgeval. Schelstraete even achteruit, de benen afgesneden. Bouafia rook zijn kans, maar Schelstraete danste de lucht terug in zijn longen en de benen terug onder zijn lijf.
Einde van de ronde. Weer stak Boaufia zijn rechthand even omhoog, maar ook nu geen jurylid dat hem geloofde of volgde. Weer vijf-nul voor Schelstraete, de Gentenaar bij alle rechters twee punten voor (20-18). Uitboksen en de buit was binnen. Maar had hij na twee slopende ronden nog voldoende energie over?
Schelstraete kwam uit zijn hoek als een jonge Ali. Floating like a butterfly, stinging like a bee. Alsof hij geen tien kilogram zwaarder woog dan The Greatest op de Olympische Spelen van Rome in 1960. Ongrijpbaar geworden voor Bouafia. Even kwam scheidsrechter Byambabayar nog tussenbeide om Schelstraete aan te manen tot meer actie. De brave man begreep niet wat hij zag. Wat Schelstraete liet zien, dat kende hij niet. Zo draafde geen enkel paard over de Mongoolse steppe. Maar net dat was boksen in een van zijn zuiverste vormen. Raken en niet geraakt worden, dansend als een ballerina. Schelstraete had The Noble Art voor de laatste ronde bewaard. Let op, Bouafia bleef proberen en landde op het eind ook nog twee keer zijn rechtse over links, maar Schelstraete kwam niet in de problemen en bleef overeind.

De vlinder kon nog voor het einde van de kamp, zegezeker als hij was, zijn volledige spanwijdte laten bewonderen. Hij ging naar de Spelen in Parijs, Bouafia keerde terug naar de rauwe, grauwe realiteit van Roubaix.
Met een 5-0-score (30-27, 30-27, 30-27, 30-27, 30-27) in zijn voordeel bevestigde de jury dat de droom van Victor Schelstraete inderdaad werkelijkheid geworden was. Voor het eerst sinds Rudi Gauwe in 1976 ging er een Belgische zwaargewicht naar de Olympische Spelen.