Tweemaal Parijs

Tweemaal Parijs

20.06 – 02.07.2023 – 3de Europese Spelen in Krakau - Małopolska

Tweemaal Parijs

Een opvolger voor Abdel Wahhabi, onze laatste Olympiër in het boksen. Meer dan dertig jaar met groeiende wanhoop op gehoopt, van gedroomd, om gebeden zelfs en dan gebeurt het, tweemaal zelfs.

De Europese Spelen. In navolging van de Aziatische, Panamarikaanse, Pacifische en Afrikaanse Spelen. Een pak jonger dan die grote continentale sportevenementen. Nog maar aan hun derde editie toe en mede daardoor nog niet voor vol aanzien. De eerste Europese Spelen vonden plaats in 2015 in en rond de Azerbeidzjaanse hoofdstad Baku. vier jaar later was Minsk, de hoofdstad van Wit-Rusland, gaststad voor de ES. En nu dus Krakau en andere steden, verspreid over de Zuid-Poolse provincie Małopolska.
Jong nog, die Europese Spelen, maar met 6.432 deelnemers uit 48 landen die streden om de medailles in 254 events in 29 sporten wel het grootste sportevenement van deze zomer. Groter dan de Tour, het WK atletiek of het WK vrouwenvoetbal. Meer deelnemers dan in 2015 en 2019, ook al mochten Rusland en Wit-Rusland door de oorlog in Oekraïne niet deelnemen.

België trok met maar liefst 138 atleten naar Polen om er deel te nemen in 21 sporten.
Toch was er hier te lande vooraf weinig belangstelling voor de Europese Spelen. Nog minder aan Vlaamse dan aan Franstalige kant. Hoeft niet te verwonderen, want in tegenstelling tot de vorige edities stond er dit keer geen wegwielrennen op het programma. Bovendien werd tijdens de Europese Spelen het BK op de weg in Izegem betwist en viel het slotweekend van de ES samen met de start van de Ronde van Frankrijk. Koning Koers, zeker als er geen voetbal is.

Niet alleen het wegrennen ontbrak, ook geen turnen of zwemmen meer. In atletiek werd het bizarre competitieformat dynamic athletics van de vorige ES vervangen door de traditionele Europese landencompetitie. Een verbetering, maar nog lang niet van het niveau van een individueel EK atletiek. Veel nieuwe sporten ook. Breaking, dat intussen op het Olympisch programma staat, padel, dat hoopt Olympisch te worden en teqbal, een soort voetbaltafeltennis dat nog lang niet Olympisch is. Dit alles illustreert het gebrek aan programmatorische continuïteit van de Europese Spelen. Niet ongewoon voor een nog jong evenement, maar het draagt niet bij aan de herkenbaarheid en populariteit, al zeker niet in deze tijden van hyperactiviteit.

Wat de vechtsporten betreft, begrijpelijk geen sambo meer, de favoriete worstelvariant van de Russische president Vladimir Poetin, maar ook geen klassiek worstelen, noch Grieks-Romeins, noch vrije stijl. In het judo enkel nog een mixed team event. Karate, dat er van bij het begin bij was, stond dan weer wel nog steeds op volle sterkte op het programma met twaalf events. Taekwondo keerde terug, sterker dan voorheen met maar liefst zestien events. En dan waren er de nieuwkomers kickboxing en muaythai, met Olympische ambities, maar zover is het voorlopig nog niet. De Belgen deden het goed in deze vechtsporten. In het karate brons voor Quentin Mahauden (kumite -75kg). Goud voor de pas 18-jarige taekwondoka Sarah Chaari in de categorie tot 62kg. Drie medailles in het muaythai, van elke kleur eentje: brons voor Sara Piccirillo (-60kg), zilver voor Axana Depypere (-54kg) en goud voor Gianny De Leu (-60kg). Chaari en De Leu, de enige goudhaantjes voor Team Belgium.

Wat kon onze geliefde klassieke bokssport daartegenover zetten? Voor de derde keer al op het programma. Twee events minder dan in 2015 en 2019, dertien in plaats van vijftien, maar dat had alles vandoen met de nog maar eens gewijzigde Olympische gewichtsklassen. Ja, inderdaad, het IOC had voor deze editie de organisatie van het bokstornooi uit handen genomen van de inmiddels geschrapte International Boxing Association (IBA) en van de competitie het Europese kwalificatietornooi voor de Spelen van Parijs 2024 gemaakt. De pugilistieke inzet was dus groter dan ooit tevoren het geval was geweest op Europese Spelen.

Belgische boksers tekenden er present van bij het begin. In 2015 met de gevleugelde vlieggewicht Dodji Ayigah (-52kg) en de sterke welter Anas Messaoudi (-69kg). Messaoudi was eerst aan de beurt in de Crystal Hall in Baku en verloor in zijn 1/16 finale op punten van de Moldaviër Vasili Belous (2-1). Ayigah was vrij in de eerste ronde en mocht meteen door naar de 1/8 finales, maar daar eindigde ook voor hem het verhaal met een puntennederlaag tegen de Slovaak Viliam Tanko (3-0).

In 2019 in Minsk verging het onze landgenoten een stuk beter. Een veel grotere ploeg, maar liefst zes boksers sterk, allemaal mannen, boekte de eerste Belgische overwinningen op de Europese Spelen. Bantam (toen -56kg) Vasile Usturoi gaf het goede voorbeeld door in de allereerste bokskamp op de ES de Hongaar Nandor Csoka op punten (4-1) te verslaan. Enkele uren later volgde zwaargewicht (toen -91kg) Victor Schelstraete het goede voorbeeld van zijn spitsbroeder door de Egyptische Oostenrijker Ahmed Hagag uit te schakelen. Unanieme puntenwinst (5-0). De dag erop won welter (toen -69kg) Nabil Messaoudi, jongere broer van Anas, al even unaniem op punten van de Montenegrijn Stefan Savkovic (5-0). En nog was het niet afgelopen: ook halfzwaar (toen -80kg) Ziad El Mohor ging door naar de volgende ronde na puntenwinst (4-1) tegen de Sloveen Denis Lazar. Van al deze winnaars was El Mohor de enige die nog een tweede keer kon winnen. In zijn 1/8 finale haalde hij het makkelijk van de Tsjech Jan Muzik (5-0). El Mohor op één overwinning van minstens brons, maar in zijn kwartfinale stootte hij op de Cubaanse topfavoriet Loren Alfonso Dominguez, die in Minsk uitkwam voor Azerbeidzjan. Alfonso haalde het vlot op punten (5-0) en won enkele dagen later, zoals het een topfavoriet past, goud.
 
Voor België waren het deze Europese Spelen die het bewijs leverden dat het geloof in nog meer en beter terecht was. Een geloof dat het beste verwoord werd door zwaargewicht Victor Schelstraete, toen hij gevraagd werd naar zijn kansen in de tweede ronde tegen toekomstig wereldkampioen Muslim Gadzhimagomedov uit Rusland: "Rusland is vooral de vlag die de mensen schrik aanjaagt." Schrik voor Gadzhimagomedov zelf had hij niet. Hij verloor wel op punten van de Rus, maar had zich niet onbetuigd gelaten. De Nieuwe Belgen waren net als de Oude van alle Galliërs weer de dappersten. Fortissimi.

Olympische Spelen werden er mede door corona niet gehaald, maar uitzonderlijke prestaties bleven niet uit: in 2021 brons voor Schelstraete in het cruiserweight (-86kg) op het WK in Belgrado en een jaar later zowaar goud voor Vasile Usturoi in het pluimgewicht (-57kg) op het EK in Yerevan. Niet verwonderlijk dat er in de Belgische bestuurslokalen al plannen werden gesmeed om met een even grote, of liefst nog grotere, ploeg af te reizen naar de Europese Spelen, zeker nu daar rechtstreekse tickets voor de Olympische Spelen van Parijs 2024 te verdienen waren. Maar zo'n vaart liep het niet. Victor Schelstraete kwetste zich tot tweemaal toe, eerst aan de duim, vervolgens aan de achillespees, en zonder hem behaalden slechts twee boksers voldoende punten op de selectietornooien. Natuurlijk was daar Vasile Usturoi (26) bij. Hij pakte zilver in het Hongaarse Debrecen en goud in Kaunas, Litouwen. Verrassing in de selectie was Mayssen Lambot (23). Zij ging haar adelbrieven ophalen in het Zweedse Boras en het Nederlandse Eindhoven. Tweemaal zilver, meer dan voldoende punten om mee te mogen naar de Europese Spelen. Voor alle andere amateurs kwamen de Europese Spelen te vroeg of te laat.

Het werd echter een verhaal van geen twee zonder drie. Sinds de Olympische Spelen van 2012 zijn mannelijke profboksers toegelaten. De vrouwen, die in 2012 nog maar aan hun eerste Olympische verschijning toe waren, dienden te wachten tot Tokio om als prof hun Olympische droom waar te maken. Bij gebrek aan voldoende amateurs gingen onze bestuurders eens over het muurtje kijken bij de profs en zo kwamen ze uit bij Oshin Derieuw (36). Ongeslagen bij de profs, negentien van haar negentien kampen gewonnen en in het bezit van de WBA Inter-Continental Title in het superlichtgewicht, maar zonder onmiddellijk een grote titelkamp in het verschiet. Zij liet zich overhalen om het nog eens te proberen in het boksen 3x3'. Nog eens, want ze had het al eerder geprobeerd. Een zware knieblessure trok in 2020 een dikke, lelijke streep door haar Olympische droom. Kon ze, 36 jaar oud, nogmaals de transitie van prof naar amateur maken? Van zes, acht of tien ronden van twee minuten naar drie ronden van drie minuten. Van studieronden naar onmiddellijk het gashendel volledig open en zien waar het schip strandt. Van één kamp om de drie, vier maand, naar vier kampen in amper een week tijd.
En kijk, in de try-outs liet ze zien dat alvast de snelheid er nog was. Meer nog, dat ze met die snelheid zelfs nog het verschil kon maken. Dat ze dus nog mee kon in het amateurcircuit waar ze zou uitkomen in het weltergewicht (-66kg).

20 juni 2023

Afreis naar Polen met Team Belgium. Opmerkelijk aan de kleine maar fijne selectie boksers was dat voor het eerst in de geschiedenis van de Belgische bokssport ons land meer vrouwen dan mannen naar een groot internationaal multidisciplinair sportevenement uitstuurde. Niet dat we het hier nu al over een historisch kantelmoment willen hebben, maar het is en blijft het vermelden waard.
Met drie boksers naar Polen en die moesten natuurlijk begeleid en omkaderd worden. Door hoofdcoach Raffaele Bergamasco, toptrainer Hubert Firens en assistent Nabil Lahouari. Mohammed Nichane, de Franse coach van Oshine Derieuw, en diens assistent Rachid Bouaita, zelf Olympiër in 1996 en 2000, waren er ook bij in Polen, zij het niet officieel. Verder konden onze Belgische boksers nog rekenen op de diensten van kracht- en conditietrainer Amir Azab en kiné Ellen Jacobs, die al eerder haar waarde bewezen had bij Team Belgium.

Het bokstornooi werd niet afgewerkt in Krakau zelf, maar wel in de arena van Nowy Targ, twee uur dieper zuidwaarts. Nowy Targ, dat in zijn geschiedenis nu eens Pools, dan weer Oostenrijks of Duits was en dan Neumarkt am Dohnst heette. En om te trainen was het nog dieper in het zuiden te doen, in Zakopane. Niet ideaal, maar het was niet anders.
Wat wel meezat, was de loting. Vooraf was er ontgoocheld gereageerd op het feit dat er niet met reekshoofden werd gewerkt en dat zo regerend Europees kampioen pluimgewicht Vasile Usturoi, normaal eerste reekshoofd, niet kon genieten van dat ontegensprekelijke voordeel. Maar het kon nauwelijks beter voor Usturoi. Vrij in de eerste ronde en dan tegen de winnaar van het duel tussen Victor Vacalu uit Moldavië en de Albanees Ardit Murja, op zich twee haalbare kaarten. Ook weltergewicht Oshin Derieuw (-66kg) was vrij in de eerste ronde. Daarna wachtte haar Shahla Allahverdiyeva (AZE), die eveneens rechtstreeks doorging naar ronde twee.

24 juni 2023

Daar hield het geluk op voor de Belgen, want in het bantamgewicht (-54kg) moest Mayssen Lambot wel meteen aan de bak. In haar 1/16 finale kwam ze uit tegen Iulia Coroli uit Moldavië. Moldavië klinkt niet meteen als een boksland, maar Coroli was op het WK in New Delhi eerder dit jaar wel tot in de derde ronde geraakt. Geen wandelingetje in het park en dat werd het ook niet. Een zenuwachtige partij, heen en weer. Coroli was groter en trachtte haar gestaltevoordeel uit te buiten. Lambot was dan weer net dat tikkeltje handiger. Meer kwikzilver in het lijf. Op tijd uit lijn en dan gepast in de ripost. En kijk, de jury had het net zo gezien. Alle vijf gaven ze na afloop van de eerste ronde de voorkeur aan Lambot. Coroli meteen op achtervolgen aangewezen in ronde twee en dat speelde natuurlijk in de kaart van Lambot. Nog meer kans om te counteren en dat deed ze ook, zodanig dat vier van de vijf puntenrechters ook de tweede ronde in haar voordeel scoorden. Buit binnen, gewoon uitboksen en door naar de volgende ronde. Dat Coroli de derde en laatste ronde won, kon daar niets meer aan veranderen. Lambot won unaniem op punten (29-28, 29-28, 29-28, 29-28, 29-28).  

26 juni 2023

Twee dagen later, nog voor haar teamgenoten Derieuw en Usturoi zelfs nog maar één officiële stoot tussen de ringtouwen hadden uitgedeeld, was Mayssen Lambot alweer aan de beurt. Dit keer tegen de Zweedse Zhera Milli, van wie ze op de Golden Girl Box Cup in Boras de bantamfinale op punten verloren had. Het uitgelezen moment om wraak te nemen. Lambot had ook nu weer meer pugilistiek in haar vezels en toonde dat ook in een al bij al evenwichtige openingsronde. Milli hield gelijke tred door gebruik te maken van haar grotere reach. Drie van de vijf juryleden zagen haar zelfs de eerste ronde winnen. Lambot dus veroordeeld tot de aanval. Eerst behoedzaam, want niet echt haar ding. Milli op de fiets, probeerde te counteren. Naarmate de ronde voortschreed, ging Lambot er met meer hevigheid en minder voorbereiding tegenaan. Dat gaf Milli meer gelegenheid om tegen te stoten en toch was het Lambot die de zuiverste treffers lukte. Zo zagen wij het, maar niet de jury: vier rechters gaven de ronde aan Milli. En nog was alles niet verloren, want slechts twee hadden bij aanvang van ronde drie Milli twee punten voor. Het kon nog. Maar het gebeurde niet. Milli toonde zich in de slotronde uitstekend bij slag. Lambot incasseerde te veel en kreeg zelfs een staande acht. Weg de zegekansen en ze keerden niet meer terug. De jury gaf de derde ronde eensgezind aan Milli, zodat ook de eindzege unaniem voor haar was (29-28, 29-28, 29-28, 30-27, 30-27).

Mayssen Lambot uitgeschakeld. Het had anders gekund, maar het was nu eenmaal niet anders. Toch had zij haar stukje Belgische boksgeschiedenis geschreven. De eerste Belgische bokster in actie op de Europese Spelen, de eerste ook die een overwinning liet optekenen. Een zege die drie dagen lang van niet te onderschatten belang was geweest voor de moraal in de Belgische boksploeg, daar in Nowy Targ.

Aan de anderen om heraan te knopen met de winst. Een uurtje na Lambot moest Oshin Derieuw al de ring in voor haar 1/8ste finale in het weltergewicht (-66kg). Tegenstandster Shahla Allahverdiyeva uit Azerbeidzjan was geen absolute topper maar had wel deelgenomen aan het WK in New Dehli. Zonder gunstig gevolg, maar wel een ervaring die kan tellen. Niet tegen Derieuw evenwel. Die keek heel even de kat uit de boom, had snel door dat Allahverdiyeva misschien wel sterk was en gevaarlijk met rechts, maar niet snel genoeg om met haar de ring te delen. Derieuw hield het midden van de ring en dicteerde. Allahverdiyeva kon het tempo niet volgen en incasseerde serie na serie. Een staande telling kon niet uitblijven en die kwam er ook in de tweede ronde, toen Derieuw een rechtse naar het hoofd accentueerde en zo Allahverdiyeva een wankel moment bezorgde. Een voortijdig einde had gekund, maar scheidsrechter Farzad Sadegh Poor uit Iran kon tegen een stootje of meer en liet Derieuw domineren en uitdelen tot de finale gongslag. Het werd een afgetekende puntenzege voor Derieuw (30-26, 30-24, 30-25, 30-25, 30-25) en een afspraak met de geschiedenis in de kwartfinales.


27 juni 2023

Nog een dag later was ook voor pluimgewicht Vasile Usturoi (-57kg) het lange wachten eindelijk voorbij. Een week in Polen en dan pas zijn eerste kamp. Tegen de Albanees Ardit Murja, die zich in zijn 1/16de finale voorbij de Moldaviër Victor Vacula gewurmd had met drie stemmen tegen twee. Persoonlijk hadden we het duidelijk andersom gezien, maar dat doet er verder niet toe. Voor Usturoi, nog steeds regerend Europees pluimgewichtkampioen, maakte het niet uit. Murja mocht dan wel een southpaw zijn, net als hijzelf, daar hield alle gelijkenis op. Zonder te forceren, overklaste Usturoi de Albanees. Sneller en een stuk technischer. Rustig begonnen en dan geleidelijk het tempo opgedreven. Murja kon niet volgen en probeerde dat ook niet echt. Hij kroop in zijn schulp en wachtte geduldig tot de storm ging liggen. Dat gebeurde in de tweede ronde. Usturoi was als een kat die zijn belangstelling voor de muis verloor. Het tempo zakte en Murja kwam vanonder zijn steen. Zeer tot ongenoegen van coach Hubert Firens, die zijn poulain tot meer actie aanspoorde. Usturoi luisterde naar het niet mis te verstane bevel van zijn trainer en nam weer controle over de kamp. Na twee ronden twee punten voor bij alle rechters. Geen risico's nemen in de slotronde en de buit was binnen. Speels fladderde Usturoi als een vlinder, bijwijlen stekend als een bij. Meer dan voldoende om ook de derde ronde unaniem op zijn conto bij te schrijven (30-27, 30-27, 30-27, 30-27, 30-27) en net als Oshin Derieuw door te gaan naar de kwartfinales.

Twee Belgen in de kwartfinales. Op één overwinning van het podium en, belangrijker in deze, bij winst geplaatst voor de Olympische Spelen volgend jaar in Parijs. Bij verlies bleven ze met lege handen achter en wachtte hen een lange calvarietocht langs wereldkwalificatietornooien, waar die ook ter wereld zullen georganiseerd worden. Dat ligt nog niet vast.


28 juni 2023

D-Day. Misschien niet de langste dag, maar wel een lange dag. Eerst aan de beurt: Oshin Derieuw, in ring A tijdens de middagsessie. Tegenstandster: Emilie Sonvico, een Française van 34. Niet de absolute wereldtop, maar wel ervaren. Was er al bij tijdens het vorige, door corona verstoorde Olympisch kwalificatietornooi in Londen. Dit jaar ook present op het WK in New Delhi. In haar eerste kamp op de Europese Spelen schakelde ze Sona Harutyunyan uit. De Armeense ging al te voortvarend te werk, liet zich verrassen door de gevaarlijke rechtse van Sonvico en werd kort voor het einde van de tweede ronde naar haar hoek verwezen. Derieuw was dus gewaarschuwd, maar geenszins afgeschrikt.
Meteen gedecideerd maar weloverwogen in de aanval. Sonvico liet zich met plezier indrukken, loerend op een kans om uit te pakken met die rechtse van haar. Maar Derieuw was sneller, tikte en pikte als een renkoekoek naar een slang. De reactie van Sonvico kwam er wel, maar meestal net dat tikkeltje te laat. Zo oordeelden ook vier van de vijf puntenrechters na afloop van ronde een. Alleen het Puerto Ricaanse jurylid Emanuel Ferreira Valentin gaf Sonvico het voordeel.
Ronde twee. Derieuw hield de druk hoog aan. Sonvico toonde meer zin voor verzet, lukte zo nu en dan een counter, maar die tegenstoten wogen niet op tegen het succes dat het aanvalswerk van Derieuw opleverde. De snelle prik, steevast het laatste woord in de sporadische slagenwisselingen. Benieuwd naar de puntenbriefjes, want de buit kon al binnen zijn. Vreemd genoeg was dit nog niet het geval. Van de vier rechters die Derieuw de eerste ronde hadden zien winnen, waren er slechts twee die haar ook voor ronde twee een tien gaven. De andere twee gaven Sonvico het voordeel. Maar nu koos jurylid Ferreira terecht voor Derieuw, zodat ze ook in deze ronde de meerderheid aan haar kant had. Nog niet voldoende echter om rustig uit te kunnen boksen in de slotronde. Derieuw stond er het beste voor, maar het kon nog beide kanten uit. In de blauwe hoek deed hoofdcoach Rafaelle Bergamasco voor hoe het moest. In en uit, zoals Derieuw het al twee ronden had gedaan. Aan de overkant leek het er even op alsof de Franse coach mee zou boksen in de slotronde. De correct leidende Filipijnse scheidsrechter Ludy Ceriales verwees hem terug naar zijn plaats in de rode hoek buiten de ringtouwen.
Vooral bij Sonvico was het van moeten. Ze trok dan ook ten aanval, maar niet van harte en niet voor lang, want ook al lukte ze zo nu en dan een treffer, de counters van Derieuw waren talrijker en scherper. Dus was het weer aan Derieuw om de dans te leiden en dat deed ze tot de finale gongslag. Coach Bergamasco vierde de overwinning al, zwaaiend met zijn handdoek alsof ergens Les Lacs du Connemara van Michel Sardou gespeeld werd. Maar ook de Franse hoek geloofde nog in de overwinning, zij het minder uitbundig.
Spanning, maar niet voor lang, want het moest daar vooruit gaan in de arena van Nowy Targ. Een speaker buiten de ring bracht in een Engels met zwaar Pools accent de hemel en de hel:

"Ladies and gentlemen, in the ring A the winner by split decision: blue corner!"

Split decision. Twee hadden de laatste ronde en de kamp aan Sonvico gegeven, drie gaven Derieuw de slotronde en de uiteindelijke zege (29-28, 28-29, 27-30, 27-30, 29-28). Klinkt spannender dan het in werkelijkheid was. De twee puntenrechters die Derieuw alle ronde zagen winnen, zaten het dichtst bij de waarheid.

Oshin Derieuw op de knieën, de camera op de tribune daverde onder de Belgische vreugde bij haar supporters. Derieuw in de armen van coach Bergamsco, hulptrainer Nabil Lahouari en fysiektrainer Amir Azab. Nogmaals op de knieën om er sport- en andere goden te danken, nog vlug even langs bij scheidsrechter Ceriales. Stoten in de lucht naar demonen uit het verleden, gevloerd. Op de schouders van coach Bergamasco naar de kleedkamer, naar de armen van echtgenote Charlotte. De Olympische droom was werkelijkheid geworden. Oshin Derieuw had als eerste Belgische bokster ooit haar ticket op zak voor de Olympische Spelen. Over alle sporten heen geen enkele atleet zo blij gezien. In het Franse kamp, bij Emilie Sonvico, was de ontgoocheling begrijpelijk bijzonder groot. Parijs was nog nooit zo ver weg geweest voor een vrouw uit Montmorency.

Intussen verklaarde Oshin Derieuw voor de camera bij Hermien Vanbeveren van Sporza haar liefde voor de Noble Art: "Boksen maakt me zo gelukkig! Het is de liefde van mijn leven!" Er had ook een kantje met een scherp randje aan haar kamp met Sonvico gezeten: zelf trainde ze in Hénin-Beaumont bij Mohamed Nichane, terwijl zijn zoon Mehdi als technisch directeur van de Franse ploeg in het kamp van Sonvico zat.

Rafaelle Bergamasco stond ook te glunderen, drie vingers in de lucht, want België was het derde land waarmee hij de Olympische Spelen haalde. In 2012 en 2016 ging hij als coach voor Italië, in 2020 begeleidde hij de Indische dames en in 2024 zal hij erbij zijn voor België.

Bij zoveel Belgisch succes kon pluimgewicht Vasile Usturoi niet achterblijven. Net als in 2020 stond hij op één overwinning van de Olympische Spelen. Toen verloor hij, net voor covid de Europese sportwereld sloot, in de Copper Box Arena in Londen de beslissende kamp tegen de Fransman Samuel Kistohurry. Nu stond hij tegenover Frederik Lundgaard Jensen. De Deen had in zijn vorige kamp vlot de maat genomen van de Engelsman Jack Dryden. Winnen van een Brit, het is niet iedereen gegeven. Jensen was trouwens geen onbekende voor Usturoi. Ze hadden een keertje met elkaar gespard op training in het Duitse Sportcentrum Kienbaum. Een linkerd en verdediger net als hijzelf. Wel tien centimeter groter, onvoorspelbaar, moeilijk te bekampen. Coach Hubert Firens legde die ervaring naast alle wedstrijdbeelden die hij online van Jensen kon terugvinden. Veel tijd voor studie was er niet, want er zat nauwelijks een dag tussen achtste en kwartfinale.



Naar de tekentafel en volgend plan rolde uit de denktank: Usturoi zou kiezen voor de aanval om zo Jensen van bij aanvang onder druk te zetten, hem weg doen draaien naar zijn rechterkant om hem dan zo tegen één enkele harde linker te doen aanlopen. Daar zat het grootste gat in zijn verdediging. Maar kon Usturoi dat plan ook ten uitvoer brengen?

Die avond in ring B. Vasile Usturoi, luidkeels aangemoedigd door gekwetste spitsbroeder Victor Schelstraete, van bij de bel gecontroleerd in de aanval, Jensen opdrijvend met zijn rechter. De boomlange Deen was niet meteen onder de indruk. Leek wel blij op zijn favoriete domein, defensie, te kunnen opereren. Ontwijken, prikje hier, tikje daar. Het ging zijn gangetje. Tot Usturoi zijn rechtse in stelling had gebracht en bij de minste gelegenheid op volle kracht begon te vuren. Niet alle stoten waren raak, daarvoor was Jensen te handig in de verdediging, maar hij was gewaarschuwd: Usturoi ging voluit voor dat Olympische ticket. Mocht hij, Jensen wist voorlopig op iedere actie een passend antwoord te verzinnen. Tot ze ongeveer twee minuten ver waren in ronde twee. Usturoi dreef Jensen de touwen in en landde dan vol met links naar het hoofd. Dat hoofd van Jensen wilde nog wel verder, maar zijn benen lieten het afweten. Hij wankelde en de Amerikaanse scheidsrechter Mark Calo-Oy gaf hem acht tellen om zijn evenwicht terug te vinden. Dat lukte en hij mocht verder. Usturoi had bloed geroken en was niet meer zinnens te lossen. Even leek het erop dat Jensen het einde van de eerste ronde zou halen, maar toen hij in een korte slagenwisseling getroffen werd door een rechtse hoek naar het hoofd, maakte scheidsrechter Calo-Oy een einde aan de kamp.


Na Oshin Derieuw had nu ook Vasile Usturoi zijn Olympisch ticket op zak. Na meer dan dertig jaar eindelijk een opvolger voor Abdelkader Wahhabi. Vreugde bij Usturoi en coach Firens, maar die had iets van altijd geweten dat het zou lukken en dit is nog maar de eerste stap.
Jensen aanvaardde sportief de nederlaag en hield de touwen open om er zijn overwinnaar door te laten. Heel anders dan Sonvico na haar verliespartij tegen Derieuw.

Na afloop ook voor Usturoi een interview bij Hermien Vanbeveren voor Sporza. Begonnen met boksen in zijn geboorteland Roemenië, maar meer niet:  

«  J'étais formé en Belgique. Cette qualification appartient complètement à la Belgique ! »

Mooi voor België. Meer dan dertig jaar niemand en dan op een en dezelfde dag twee boksers gekwalificeerd voor de Olympische Spelen. Een onvergetelijke dag.

30 juni 2023

Olympische Spelen, allemaal goed en wel, maar de Europese Spelen waren nog niet voorbij en zowel Derieuw als Usturoi wilden meer dan het brons waar ze door hun plaatsing voor de halve finales al zeker van waren.

Ook nu was Oshin Derieuw het eerst aan de beurt, in de middagsessie, om te proberen nog beter te doen. In de weg stond de Hongaarse Anna Luca Hamori. Veertien jaar jonger, maar wel meer ervaring als amateur. Twee WK-deelnames én Europees vicekampioene bij de dames jonger dan 22. Op de Europese Spelen had ze al drie unanieme puntenzeges laten optekenen. Winst in de eerste ronde tegen de Tsjechische Marketa Tojnarova, vervolgens voorbij de Noorse Madeleine Angelsen en in haar kwartfinale sterker dan de Nederlandse Luna Beeloo.

Geen makkelijke, maar ook geen onmogelijke opdracht. Dat bleek al vanaf de eerste ronde. Het leek wel alsof beide dames nog maar aan hun eerste partij op de ES toe waren. Zo hoog lag het tempo, zo hoog de snelheid van uitvoering. In dat alles toonde Derieuw zich de betere. Beter in de verdediging, meer variatie  en zo mogelijk nog sneller dan Hamori. Logisch dus dat alle puntenrechters de opening aan Derieuw gaven.
Hamori veroordeeld tot het offensief, maar daar zag ze zich al te vaak voor een onoplosbaar raadsel geplaatst. Hoe raak je iemand die niet meer is waar je dacht dat ze was? Hoe meer aanvalsijver ze aan de dag legde, hoe meer ze in de kaart van Derieuw speelde. De Koningin van Kuurne kon het spel spelen dat haar het beste lag: verdedigen, uit de aanvalslijn en counteren vanuit alle mogelijke hoeken tegen een hogere snelheid dan Hamori. Om dan plots de aanval over te nemen met een korte, snedige serie en weer weg te dansen uit de gevarenzone. Ze maakte er een demonstratie van. Hoe jurylid Mohamed Safraks uit Sri Lanka het verstond om deze ronde aan Hamori te geven, is ons een raadsel. Misschien om er in de slotronde de spanning in te houden, maar veel maakte het niet meer uit, want Derieuw stond bij alle andere puntenrechters twee punten voor. Gewoon uitboksen en dan naar de finale. Hamori deed nog een verdienstelijke poging. Ze scoorde regelmatig met haar lange linkerdirect en kon daar zo nu en dan nog een nuttig vervolg aan breien. Derieuw had de kamp dood kunnen, moeten maken, maar deed dat niet. Ze bokste mee alsof ze het verschil nog duidelijker diende te onderlijnen. Was niet nodig, maar de juryleden hielpen haar overwinning in vet af te drukken door ook de derde ronde unaniem op haar rekening bij te schrijven en er een afgetekende zege van te maken (30-27, 30-27, 30-27, 29-28, 30-27). Derieuw naar de finale. In de zaal werd "Oshin, la Machine!" gescandeerd. Franse supporters.

's Avonds was het weer de beurt aan Vasile Usturoi. Zou hij voor de derde keer op rij het stichtende voorbeeld van Oshin Derieuw kunnen volgen? Het was niet meer van moeten, want het Olympisch ticket had hij al op zak, maar een finaleplaats zou mooi zijn, zeker voor een regerend Europees kampioen als hijzelf.
Tegenstander was de Spanjaard José Quiles Brotons, Olympiër in Tokio in het pluimgewicht. Vorig jaar Europees vicekampioen, maar dan in het lichtgewicht (-60kg). Een klassieke gewichtsklasse die helaas niet meer door het IOC erkend wordt, wat Quiles dwong om af te zakken naar het pluimgewicht (-57kg). Zulks kost krachten en Quiles had al heel wat energie verbruikt in de voorrondes. Waar Usturoi nog maar vier ronden op de teller had staan, had Quiles er tijdens de Europese Spelen al negen afgewerkt. Drie tegen de Roemeen Andrei Gavae, drie tegen de Turk Batuhan Ciftci en nog eens drie tegen de Georgiër Artyush Gomtsyan. Drie bijzonder slopende ronden, die laatste. Een strafpunt wegens afklemmen in de slotronde, slechts met de hakken over de sloot, maar wel revanche genomen voor zijn verloren Europees titelgevecht van een jaar eerder in Yerevan.

Dat alles leek in het voordeel te spreken van Usturoi. Hij kwam naar alle waarschijnlijkheid veel frisser aan de start voor de halve finale. Quiles was net als hijzelf van nature een verdediger. Maar om te peilen naar zijn reserves en ze verder uit te putten, leek het niet onlogisch dat Usturoi zelf voor de aanval zou kiezen.
Quiles was echter niet van plan om Usturoi zo maar zijn gang te laten gaan. Van bij aanvang beet hij van zich af en toen Usturoi een minuut of wat ver in de kamp na een manoeuvre even op het canvas belandde, nam Quiles het initiatief over, aangemoedigd bij iedere actie, raak of niet, door de talrijke Spaanse supporters. Als een torero bij het stierenvechten. Bij de acties van Usturoi waren alleen Victor Schelstraete en bestuurder Luc Dhondt te horen. Maar die acties waren er wel degelijk. Een close ronde en het was dan ook van Belgische zijde ontgoochelend te moeten vaststellen dat de jury unaniem de kant van Quiles gekozen had.
Quiles startte sterk in ronde twee en lukte een voltreffer met rechts naar het hoofd. Usturoi zette de achtervolging in, Quiles loerde op de counter met rechts. Voor een mooie uitdraai op een rechts-linkse van Usturoi kreeg hij terecht een open doekje. Maar verder was het Usturoi die dicteerde en domineerde. Quiles speelde het al te defensief. De jury zag er geen graten in en koos ook nu eensgezind voor Quiles.
Quiles zo goed als zeker van de zege de laatste ronde in. Usturoi had een knock-out nodig om de meubelen nog te redden. Die voortijdige zege kwam er niet, maar hij leek makkelijk dan wel niet de kamp, maar toch zeker de slotronde te winnen, ook al omdat Quiles geen enkel risico meer nam en zoveel mogelijk het gevecht ontweek. Onbegrijpelijk dan ook dat de vijf juryleden ook deze ronde uni sono aan Quiles gaven. Die hadden niet gekeken, maar zitten luisteren naar de reacties van de Spaanse supporters. Quiles winnaar op punten (30-27, 30-27, 30-27, 30-27, 30-27), Vasile Usturoi begreep het niet zo goed. Het initiatief genomen, de kamp gemaakt, het meest geraakt en dan bij geen enkel jurylid ook maar een ronde gewonnen? Vreemd.

1 juli 2023

Dus alleen Oshin Derieuw in de finale. Tegen de regerende Olympische en wereldkampioene Busenaz Sürmeneli uit Turkije. Twee keer wereldkampioene geweest, zelfs nog een keertje in de -69kg, drie kilogram zwaarder dan de huidige bovenlimiet van het weltergewicht. Op de officiële website van de European Games stond te lezen dat ze bokste als een man en misschien zelfs zo hard sloeg ook. Had ze in Nowy Targ al laten zien, vooral dan in haar tweede kamp, die tegen de Griekse Paraskevi Mavrommati. Gestopt in de tweede ronde. Alleen in haar halve finale had ze het niet onder de markt tegen de Britse Rosie Joy Eccles. Te traag gestart, maar bij vier van de vijf rechters de achterstand nog goed gemaakt.
Een monument, Sürmeneli. Toch zal er in het Turkse kamp wel enig respect geweest zijn voor Oshin Derieuw. Want had die in de profrangen niet dat andere, oudere Turkse boksmonument Gülsüm Tatar geklopt?
Alle ingrediënten aanwezig voor een topkamp en dat werd het ook. Una pelea con mucha machisma, als dat al zou bestaan.

Derieuw deed het niet dun in de broek voor Sürmeneli, ze liet meteen zien wat ze in huis had en pakte Sürmeneli in snelheid en sierlijkheid. Sürmeneli slikte alles zonder verpinken en haalde dan verschroeiend hard uit. En nog eens. Telkens stak ze beide armen in de lucht, maar Derieuw gaf geen krimp. Waarna ze om beurten series op elkaar afvuurden. Sürmeneli sloeg harder, Derieuw sneller en meer. Hard genoot duidelijk de voorkeur bij de jury, daar kunnen we nog enigszins inkomen, maar dat het Marokkaanse jurylid Said Moufassir twee punten verschil in het voordeel van Sürmeneli gezien had, tart alles. We gaan het op vergaande onkunde houden.
Derieuw liet het niet aan haar hart komen en ging in ronde twee op een nog hoger niveau acteren. Veel sneller dan Sürmeneli, inventiever ook. Sürmeneli gaf de indruk dat ze het allemaal liet gebeuren, maar eigenlijk vond ze geen antwoord op het snelvuur van Derieuw. Derieuw, die zich nu ook beter verplaatste en niet voor haar tegenstander bleef staan wachten, zoals ze in de eerste ronde had gedaan. De jury keek allang niet meer naar de kamp en gaven ook deze ronde met zijn allen aan Sürmeneli.
Ook in de slotronde bleef Derieuw messcherp, terwijl Sürmeneli een luie, ietwat vermoeide indruk liet. Ze diende zelfs heel even door de Algerijnse scheidsrechter Sid Mokretari tot boksen en ernst te worden aangespoord. Derieuw liet intussen niet af. Zij en niet Sürmeneli leidde de dans. Sneller, gevarieerder en beter bij slag. Vier van de puntenrechters gaven ook deze ronde aan Sürmeneli, maar de Canadees Edward Blanchard had nauwlettender toegekeken en scoorde de slotronde in het voordeel van Derieuw. Eindelijk iemand die zag wat er werkelijk gebeurde.
Derieuw leek niet ontgoocheld door de nederlaag. Ze had zelfs nog energie over om na de bekendmaking van het resultaat Büsenaz Sürmeneli op te tillen.

Het leek te klikken tussen die twee, in en buiten de ring. Op het podium, waar tafeltennislegende en BOIC-voorzitter Jean-Michel Saive, zelf goed voor zeven Olympische Spelen, de zilveren medaille om de hals van Derieuw hing. Allemaal even ongemakkelijk zoekend naar een kijkrichting, omdat er tijdens het spelen van het Turkse volkslied geen echte vlaggen meer gehesen werden. Alleen nog digitale exemplaren. Maar na de plichtplegingen samen op de foto, mascotte Krakusek, een draakje, in de hand.

In de mixed zone waar de boksers geïnterviewd werden. Derieuw gaf er een interview aan Sporza. Sürmeneli had haar gepakt in kracht en met haar houding van wie doet mij wat. Maar er was meer:

"Ik heb respect afgedwongen vanavond in de ring bij de beste bokster in het Olympisch circuit. Ik kom van het profboksen. Ik heb me in drie maanden omgeschoold. Het is een fantastische ervaring om met haar de ring te mogen delen. Ik denk dat we elkaar waard zijn. Het is een droom die uitkomt. De mooiste ervaring uit mijn sportcarrière."

Sürmeneli wilde nog tijdens het interview nog een keer met Derieuw op de foto. Kiekje genomen, bedankte ze Derieuw met een beleefde handdruk, maar ze kreeg er een kus en een knuffel voor in de plaats. De Olympische kampioene even herleid tot een verlegen schoolmeisje.

Volgende interview voor Derieuw. Met het persagentschap Belga deze keer. Ook nu passeerde Sürmeneli nog een keer door beeld. Ze stak haar duim op. Die Belgische was goed. Die Belgische was gevaarlijk goed.

02 juli 2023

De slotdag van de Europese Spelen. Geen Belgen meer in het strijdperk. Oshin Derieuw was de laatste geweest. Wat restte, waren enkel nog ceremoniële verplichtingen. Pluimgewicht Vasile Usturoi moest zijn bronzen medaille nog ophalen. Het goud ging uiteindelijk naar de Cubaanse Bulgaar Javier Ibanez. In de finale had hij José Quiles Brotons unaniem op punten verslagen. Zilver dus voor Quiles, overwinnaar van Usturoi in de halve finales. Het tweede brons was voor Nebil Ibrahim uit Zweden.

Chef de Mission Olav Spahl, de Duitse directeur topsport van het BOIC, was een tevreden man. Dertien medailles voor Team Belgium: twee keer goud, vijf keer zilver en zes keer brons. Minder goud dan bij de vorige edities, maar wel meer medailles. Baku, Minsk en Krakau waren trouwens moeilijk te vergelijken met elkaar. Daarvoor verschilden de programma's al te zeer.
Voor het goud hadden vechtsporters gezorgd: Sarah Chaâri in het taekwondo (-62kg) en Gianny De Leu in het muaythai (-60kg). Geen boksers, maar die hadden wel de hoofdvogel afgeschoten. In Krakau en omgeving konden atleten zich namelijk in tien sporten kwalificeren voor de Olympische Spelen in Parijs: in boogschieten, artistiek zwemmen, breaking, kanoslalom, duiken, moderne vijfkamp, rugby sevens, schieten, tafeltennis en boksen. Goed voor in totaal 91 quotaplaatsentickets. En van alle Belgische deelnemers waren alleen boksers, Oshin Derieuw en Vasile Usturoi, erin geslaagd om zich daar in Polen te kwalificeren voor de Spelen van Parijs. Met een zilveren en een bronzen medaille erbovenop. Een heel mooi verhaal dat boksen, de kers, of beter, twee kersen op de Belgische taart. En daar had Spahl zelf nog een toefje slagroom aan toegevoegd: hij had aan Oshin Derieuw gevraagd of ze de Belgische vlag wilde dragen tijdens de slotceremonie. Derieuw, de eerste Belgische vrouw ooit die zich in het boksen plaatst voor de Olympische Spelen. Dé Belgische revelatie van de Europese Spelen. Mooi om zien dat een atlete, die al een deftig gestoffeerd palmares en een zekere leeftijd heeft, uit het professionele boksen met succes de overstap maakt naar het Olympische boksen.

Die avond in Krakau. Met terechte trots droeg Oshin Derieuw de Belgische driekleur het Henryk Reymanstadion binnen. Maar ze droeg ook nog een andere vlag het stadion binnen: de regenboogvlag van de LGBTQ+-gemeenschap. En dat in de hoofdstad van de provincie Małopolska, die zich, homofoob als ze was, in 2019 tot een ideologisch LGBT-vrije zone had uitgeroepen. Onder internationale druk was Małopolska op die verklaring teruggekomen en had dan maar officieel besloten om zich te verzetten tegen alle vormen van discriminatie tegen gelijk wie om gelijk welke reden. Dat ze er zich ginder maar aan houden, daar in Polen. Vrolijk zwaaide Derieuw met de Belgische vlag naar de andere leden van Team Belgium. Naar Vasile Usturoi, die zich net als zij geplaatst had voor het Olympisch bokstornooi volgend jaar in Parijs. Twee is lang geen voetbalploeg, maar het is geleden van Rome 1960 dat er meer dan één Belgische bokser mocht deelnemen aan Olympische Spelen. Toen waren ze met vier en waarom zou het nu ophouden bij twee?