Gentleman Jim vs. Leopold II

Gentleman Jim vs. Leopold II

Voor deze aflevering in de reeks van de Belgische Bokskronieken nemen we u mee naar Washington D.C. Niet om er samen met een legertje ongeregeld het Capitool te bestormen, wel voor een bezoek aan een tempel van kennis en wetenschap even verderop.

The Library of Congress is de nationale bibliotheek van de Verenigde Staten en met een steeds aangroeiende collectie van nu al meer dan 170 miljoen documenten een van de grootste en belangrijkste bibliotheken ter wereld. Alles netjes geordend, zodat een kat er wel degelijk haar jongeren in terugvindt. Wat niet uitsluit dat een mens er zichzelf in kan verliezen tijdens eindeloze speurtochten in het verre of nabije verleden.

 

 

Tijdens een van die digitale zoektochten stootten we op een voor onze interesses wel heel opmerkelijk document. Een kleurenaffiche, vervaardigd rond 1894 door The Strobridge Lithographing Company uit Cincinnati, Ohio. Je kan er maar liefst 27 hoofden op tellen, het ene volledig, het andere dan weer afgedekt door andere hoofden van groter belang. Boven al die hoofden hangen de wapenschilden van tien Europese landen. Het vijfde van links is het Belgische wapenschild. Centraal hangt een luchter, met aan de ene kant een Amerikaanse vlaggenstok en aan de andere kant, minder herkenbaar, een Ierse. Die vlaggen hoeven ons niet te verbazen, want ze hangen er ter ere van de jongeman strak in smoking te midden van al die andere personages: James J. Corbett, Amerikaan, want geboren op 1 september 1866 in San Francisco, maar zijn ouders waren Ieren, afkomstig uit Ballycusheen. Ierse Amerikanen of Amerikaanse Ieren, zo waren er wel meer in die tijd, maar er kon er toen, in tegenstelling tot nu, maar eentje Champion of the World zijn in de koninginnenklasse van de bokssport, bij de zwaargewichten, en dat was James John Corbett. De eerste met handschoenen aan, zoals de Queensbury Rules dat voorschreven. Gentleman Jim werd hij in de pers genoemd wegens zijn verfijnde manieren en techniek. Acteur ook, in theater en later in de eerste films.

 

 

Op 7 september 1892 versloeg hij in de Olympic Club van New Orleans de tanende legende John L. Sullivan, king van de ring met de blote vuisten. The Boston Strong Boy was al op zijn retour en spannend was het niet. Corbett was gewoon te snel. Hij danste en bestookte een steeds meer gefrustreerde Sullivan van alle hoeken en kanten en in de 21ste ronde ging de mannetjesputter neer voor de volle rekening, plat op zijn buik, gezicht bloedend op het canvas. Het was Sullivans laatste gevecht.

 

 

Gentleman Jim was niet gehaast om zijn kroon te verdedigen. Trainen deed hij weinig of niet, drinken des te meer. Niet meteen de ideale voorbereiding op zijn kamp met de Engelsman Charlie Mitchell. Op 25 januari 1894 kwam het er eindelijk van. Ze troffen elkaar in de Duvall Athletic Club in Jacksonville, Florida. Mitchell nam de beste start, maar in de tweede ronde ging hij al twee keer neer. Het was enkel omdat referee John Honest Kelly een trage teller was dat er nog een derde ronde volgde. Mitchell probeerde echter eerst nog de rust voor ronde drie op zijn conto te schrijven. Hij haalde uit na de bel. Tumult in de ring, de verzorgers moesten de boel bedaren voor er aan ronde drie kon begonnen worden. De derde en laatste ronde, want Mitchell redde het niet. Een rechtse op de kin en daar lag hij net als Sullivan voor hem.

 

 

Corbett behield zijn gordel en de riem kon er weer af. Hij ging op tournee naar Europa. Vooral om er in Groot-Brittannië zichzelf te spelen in het theaterstuk Gentleman Jack. Het stuk had zalen gevuld in de Verenigde Staten, maar dat was niet het geval in Albion. Meer succes kende Corbett in de Folies-Bergère in Parijs. Acht avonden op rij liet hij er zijn pugilistieke kunsten bewonderen. Corbett gooide de spieren los op de punching ball en sparde dan drie rondjes tegen Professor John Donaldson. De Lichtstad reageerde laaiend enthousiast. Zo staat althans te lezen onderaan de affiche: nooit eerder was een Amerikaanse beroemdheid zo een succes in Europa. Bron: het Parijse dagblad Le Figaro. Het was echter altijd uitkijken met de beweringen van Corbett’s manager Bill Brady. Een reclameman die overdrijving en leugen niet schuwde om zijn product aan de man te brengen. We zijn het dus voor alle zekerheid even gaan nakijken in Le Figaro van 13 mei 1894. En wat blijkt? De verslaggever met dienst was zo mogelijk nog lovender:

“Het Parijse publiek, dat toch enigszins vertrouwd is met deze vorm van sport, was verbaasd over de vaardig, behendigheid, kracht en gratie die de wereldkampioen aan de dag legde tijdens zijn oefeningen en sparring met professor Donaldson. Men had het gevoel in de aanwezigheid te verkeren van een buitengewoon fenomeen, van een wonderlijk begaafd wezen.”

Zo een succes, daar moest bij terugkeer in de Verenigde Staten mee uitgepakt worden en dat was precies wat Bill Brady deed. Hij liet bij The Strobridge Lithographing Company reuzegrote affiches maken, diagonaal meer dan zeven meter, met een weergave van een fictieve ontmoeting van zijn beschermeling met de gekroonde hoofden en andere leiders van Europa. Corbett ontmoette geen van hen allen, maar het is wel de Engelse premier William Gladstone die hem de hand drukt. Corbett kijkt onbeleefd de andere kant uit. Tussen hen in steekt de Franse president Marie François Sadi Carnot als een houten Klaas de kop op. Sadi Carnot zou op 25 juni 1894, dus kort nadat Corbett Parijs aandeed, bij een aanslag het leven laten. Geveld door een dolksteek, hem toegebracht door de Italiaanse anarchist Sante Geronimo Caserio. Aan de linkerhand van Corbett staan de Oostenrijkse keizer Frans Jozef I met weelderige bakkebaarden, de Russische Tsaar Alexander III met forse, donkere baard en Umberto I, koning van Italië, met een zelfs voor die tijd belachelijk grote snor. Dichtbij de wereldkampioen, maar ze kijken wat afwezig en lijken eerder staatszaken aan het hoofd te hebben. Rechts van hen staat de Turkse sultan Abdulhamid II met rode fez op het hoofd alsof hij er niet echt bijhoort. Mogelijks een weerspiegeling van de toenmalige politieke werkelijkheid. Helemaal links aan de overkant zit de Britse koningin Victoria op een stoeltje, dat zich verschuilt onder haar rokken. Heel attent van de kunstenaar om een zitje voor haar te voorzien, want de weledele dame was er toen al vijfenzeventig. De Duitse keizer Wilhelm II lijkt te steunen op de eveneens verborgen rugleuning van haar stoeltje. Ook hij lijkt met zijn gedachten elders te zitten. Koestert hij daar al de ambitie om Europa te veroveren? Duivelse plannen die twintig jaar later het Oude Continent de Eerste Wereldoorlog zullen insleuren. Boven hen uit torent de rijzige gestalte met lange baard van Leopold II, koning van België. Denkt hij aan de bloedrode rubberoogst in Congo-Vrijstaat, het land waarvan hij oprichter en toen zelfs nog eigenaar was? Of heeft hij net vanuit zijn hoek Corbett gemonsterd en zichzelf wel kans gegeven in een gevecht van man tegen man? Zou zo maar kunnen, want Leopold was sportliefhebber en altijd wel te vinden voor een verzetje. Hij zou Corbett hebben uitgenodigd voor een oefenpartijtje op het koninklijk paleis in Laken. Helaas, of gelukkig, kon Corbett niet ingaan op de invitatie, want hij moest dringend terug naar de Verenigde Staten om er een theatertournee af te werken.

 

 

Koningen in of buiten de ring, maakt niet uit, vroeg of laat verliezen ze toch hun kroon. Corbett als eerste, op 17 maart 1897 op de renbaan in Carson City tegen de Engelsman Bob Fitzsimmons. Corbett scoorde wel een knockdown in de zesde ronde, maar kon niet afmaken en ging er zelf uit in ronde veertien. Drie jaar later heroverde hij bijna zijn kroon, toen hij Jim Jeffries, opvolger van Fitzsimmons, op Coney Island een ware boksles gaf, maar uiteindelijk zelf knock-out ging in de drieëntwintigste van in totaal vijfentwintig voorziene ronden Nog eens drie jaar later in San Francisco was hij kansloos in de rematch tegen Jeffries. Zijn hoek haalde hem uit de ongelijke strijd in de tiende ronde. Waarna Corbett wijselijk een punt zette achter zijn ringcarrière. Leopold II van zijn kant ging door tot het bittere einde. Dat kwam er op 17 december 1909, enkele dagen nadat hij een darmoperatie had ondergaan. Leopold II zat 44 jaar lang op de troon en is daarmee nog steeds de langst regerende Belgische koning.

Alain Van Driessche

VBL Editor