Het was een voorteken: de derde dag van het Olympisch kwalificatietornooi in Londen zou worden afgewerkt achter gesloten deuren. Geen publiek meer toegelaten in de Copper Box Arena. Na de middagsessie viel het definitieve verdict: de avondsessie zou nog worden afgewerkt, daarna hielden ze ermee op.
Dat er in tijden van corona vrolijk werd verder gebokst in Londen, deed wereldwijd wenkbrauwen fronsen. Boksen, contactsport bij uitstek, terwijl buiten de ring iedereen met aandrang verzocht werd thuis te blijven en een veilige afstand van een meter of twee tot zijn medemens te bewaren. Liefst met mondmasker, maar die waren schaars en konden maar best voor medisch personeel gereserveerd worden. Het was uiteindelijk de bezorgdheid van verscheidene teams dat ze hun land niet meer zouden binnen mogen, als ze nog langer in Londen bleven, die de Boxing Task Force van het IOC (BTF) deed besluiten er een punt achter te zetten.
Het werd nog een memorabele slotdag voor de Belgen. Pluimgewicht Vasile Usturoi (-57kg) bokste in de avondsessie tegen de Fransman Samuel Kistohurry om een ticket richting Tokio. Moeilijk, maar na zijn sterke prestatie tegen de Turk Hakan Dogan geen onmogelijke opdracht voor de Brusselaar was de inschatting vooraf. Kistohurry was akward, meer ervaren op topniveau, maar technisch niet zo verfijnd als Usturoi. Ook niet zo snel. Toen de bel voor de eerste ronde ging bleek hij echter bijzonder krachtig te zijn en enorm veel druk te kunnen ontwikkelen. Hij joeg Usturoi op en zette hem vast in de touwen. Allemaal zonder veel schade aan te richten, maar dominant. Usturoi liet aardige dingen zien, zette Kistohurry meermaals in de wind, maar afstoppen kon hij de bokser uit Pessac niet. En toch was er dat ene moment aan het begin van de derde ronde. Een linkse hoek vol op de kin. Kistohurry gaf echter geen krimp en ploegde voort naar een afgetekende unanieme zege (4 x 27-30, één rechter zag nog groter verschil, 30-26).
Usturoi was tegen Kistohurry slechts een schim van zichzelf . Achteraf bleek dat hij grieperig in de ring stond en dan gaat het natuurlijk niet. Zelfs niet voor Delfine Persoon, die op dag 1 met een longontsteking tegen de Griekse Nika Pita bokste en verloor.
In de middagsessie was er wel reden tot juichen geweest voor België, maar niet meteen. Eerst verloor Sanae Jah in 1/8 finales bij de vlieggewichten (-51kg) met ruim verschil op punten van de Servische Nina Radovanovic (5 x 29-26). Jah geraakte maar niet in de wedstrijd en lag voortdurend onder bij Radovanovic, van wie ze ook al bij de profs verloor.
Het was weltergewicht Mohamed Rachem (-69kg) die in zijn 1/16 finale voor de eerste Belgische zege zorgde. Tegen de zeven jaar jongere maar internationaal meer ervaren Hongaar Laszlo Kozak (22) liet Rachem eindelijk op internationaal hoog niveau zien hoe goed hij wel is. Snel, snedig en scherp wervelde Rachem om zijn tegenstander heen. Wisselend van richting, uitstappend, overstappend. Orthodox in ronde een, southpaw in de slotronde. Zelden iemand zo goed in beide beginstanden zien boksen. Kozak was degelijk maar te traag om Rachem te kunnen bedreigen. De jury koos unaniem voor Rachem (4 x 30-27, 29-28). Indien dit niet het geval was geweest, had men er de politie moeten bijhalen.
Middengewicht Lancelot Proton de la Chapelle (-75kg) zorgde in de drukst bezette categorie voor de verrassing door de grote Duitse belofte Silvio Schierle uit te schakelen en zo door te stoten naar de 1/8 finales. Van in de eerste ronde harpoeneerde de rechtsvoorstaande Proton de offensief ingestelde Schierle met harde, precieze stopstoten. Het was een eenvoudig recept, maar het werkte. De tweede ronde was rommelig. Veel afklemmen, veel berispingen van de Canadese scheidsrechter Wade Peterson. In zulke omstandigheden kwam Schierle beter tot zijn recht, maar in de derde en laatste ronde liepen de directs van Proton opnieuw als voorheen. Winst voor de Franse Belg, hoewel het bij de eindafrekening nog bijzonder spannend was. Gelukkig hadden drie puntenrechters goed opgelet ( 3 x 29-28 voor Proton), zodat de scores van hun minder aandachtige collega’s er niet toe deden ( 29-28, 30-27 voor Schierle).
Maar wat deed er wel nog toe? De 1/16 finale bij de middengewichten tussen de Bulgaar Simeon Chamov en de Litouwer Vytautas Balsys was de laatste kamp die werd afgewerkt. Chamov won op punten. Daarna ging het licht uit en viel het doek over het Olympisch kwalificatietornooi in Londen. Met de belofte dat de competitie bevroren en op een later, virusvrij tijdstip verder zou worden afgewerkt, te beginnen vanaf dag vier. Dat zou nu ergens in mei zijn. Het wereldkwalificatietornooi, de laatste kans voor de verliezers van de continentale OKT’s, dat oorspronkelijk tussen 13 en 23 mei in Parijs zou plaatsvinden, werd dan weer doorgeschoven naar juni. Maar intussen is ook het Amerikaanse OKT, dat tussen 13 en 19 maart in Buenos Aires had moeten doorgaan, al naar mei, juni opgeschoven. En wie gelooft nog dat de wereld tegen die tijd coronavrij zal zijn? Het lijkt er dan ook sterk op dat de boksers die in Londen nog niet waren uitgeschakeld in een schemerzone terecht gekomen te zijn. Voor eeuwig bij de laatste zestien van het Europese OKT. Onder hen vier Belgen, want behalve Rachem en Proton stootten een dag eerder al halfzwaar Ziad El Mohor (-81kg) en zwaargewicht Victor Schelstraete (-91kg) door naar de volgende ronde in hun respectieve gewichtsklassen.
Laten we niet vergeten dat de Belgische deelnemers meer dan behoorlijk presteerden. Toch zeker de mannen. Vijf van de zeven wonnen hun eerste kamp. Twee verloren, maar zowel vlieggewicht Zakaria Boudhi (-52kg) als lichtgewicht Karim Saboundji (-63kg) verdienden beter. De dames werden meteen uitgeschakeld. Delfine Persoon (-60kg) maakte geen excuses, maar had ze dat geheel tegen haar natuur in toch gewild, dan had ze wel een longontsteking als meer dan verzachtende omstandigheid kunnen inroepen.
Een positieve tussenbalans met een onzeker vervolg dus. De opening van de Olympische Spelen in Tokio is voorzien voor 24 juli. Het lijkt onbegonnen werk om voor die tijd nog continentale kwalificatietornooien en een wereldtornooi af te werken. Een coronavrije wereld tegen die tijd is immers een illusie. Het virus is nog steeds aan zijn opmars bezig. De roep om de Spelen zelf uit te stellen wordt dan ook alsmaar luider. Maar daar botst men op de welhaast religieuze fundamenten van het Olympisme. De Spelen zijn nu eenmaal het EK voetbal niet, waar de Europese voetbalbond UEFA vrij snel besloten heeft de competitie simpelweg een jaar uit te stellen. Olympische Spelen hangen vast aan een Olympiade, een periode van vier jaar die loopt van 1 januari van het eerste jaar tot 31 december van het vierde jaar. Het charter van het Internationaal Olympisch Comité stelt duidelijk dat de Spelen moeten gehouden worden in het eerste jaar van de Olympiade. De tijd begint dus te dringen voor Tokio. Of er niet voor één keer kan afgeweken worden van die regel? Een doodszonde in het Olympisch geloof. Van zo een uitstel kon bijvoorbeeld honderd jaar geleden ondanks de naweeën van de Eerste Wereldoorlog en de Spaanse griep ook al geen sprake zijn. De Spelen werden in Antwerpen georganiseerd in 1920 en niet in 1921, al klonk de roep om uitstel ook toen bijzonder luid. Het wordt Tokio 2020 of wachten tot Parijs in 2024.
Hoe lang men nog dit jaar de Spelen van Tokio kan uitstellen? Er is het voorbeeld van Tokio in 1964. Toen vonden de Spelen plaats tussen 10 en 24 oktober. Tweeëneenhalve maand later dan nu gepland, met veel kans op regen. Nog later wordt fris, maar niet onmogelijk. Aan de organisatie hangt natuurlijk een onfatsoenlijk prijskaartje vast: bijna 12 miljard euro heeft het gekost om Tokio opnieuw klaar te maken voor het Olympische feest. Voor dat geld moet de Olympische beer dit jaar nog dansen of toch zondigen tegen het geloof en pas volgend jaar de benen uitslaan. Het IOC zit met de handen in het haar en schuift de beslissing angstvallig voor zich uit.
Voor de atleten is het nu al behelpen. Hun gehele voorbereiding is overhoop gehaald, streep door hun strakke planning om op het juiste moment te kunnen pieken. Zelfs fatsoenlijk trainen is op dit moment onmogelijk bij gebrek aan toegankelijke infrastructuur, oefenmaats en competitie in aanloop naar de Spelen. Maar er is begrip voor de maatregelen in deze uitzonderlijke omstandigheden. Dat lezen we bijvoorbeeld bij zwaargewicht Victor Schelstraete op zijn sociale media:
“Ik respecteer en ondersteun deze beslissing van het IOC en roep iedereen op om met het volle respect de richtlijnen te volgen zodat we samen kunnen vechten tegen dit virus.”
Mogelijk dat nog niet iedereen al zover is als onze kampioen uit Gent. Misschien gaan zij de ernst van situatie pas inzien als de statistieken van de coronagevallen een gezicht krijgen. Wel, een van die gevallen is Philippe Wouters, gerespecteerd scheidsrechter, gewaardeerd bokshistoricus maar bovenal een goede vriend van velen in het Belgische bokswereldje en daarbuiten. Philippe vocht wekenlang een gevecht op leven en dood uit met het virus, maar is volgens de laatste berichten eindelijk aan de betere hand. De overwinning is evenwel nog lang niet binnen en we wensen hem dan ook bij deze een spoedig en volledig herstel toe.